5.5
Lekdichtheidstest
Het testen van de masker-hoofdkap op lekdichtheid wordt uitge-
voerd met behulp van een daarvoor geschikt testtoestel (bijv. MSA)
volgens de betreffende gebruiksaanwijzing.
(1) Plaats de masker-hoofdkap stevig op het testinstrument
( hoofdstuk 7.3).
(2) Creëer een onderdruk van 10 mbar.
(3) Meet de drukwijziging na 1 min.
De masker-hoofdkap, inclusief het uitademventiel, voldoet aan de voor-
waarden als met een vochtig uitademventiel en een tot stand gebrachte
onderdruk in het masker, in een minuut de drukverandering niet boven
1 mbar uitkomt.
Lekkende masker-hoofdkappen mogen niet worden gebruikt.
Test openingsdruk van het uitademventiel
De openingsdruk van het uitademventiel moet tenminste 4,2 mbar zijn, anders
mag de masker-hoofdkap niet worden gebruikt.
5.6
Visuele en functietest
Visuele test
(1) Inspecteer de masker-hoofdkap op mogelijke schade zoals vervormingen,
kleverigheid of scheuren.
De hoofdkap, ventielschijven, vooral uitademingsventielschijven, zijn
cruciale functie-onderdelen van de masker-hoofdkap.
(2) Niet werkende of beschadigde onderdelen moeten onmiddellijk worden
vervangen.
Functietest
Nadat de masker-hoofdkap in elkaar is gezet, moeten de bewegende delen,
vooral de ventielschijven, worden geïnspecteerd op onbelemmerde beweging.
PremAire Mask-Hood
Onderhoud
NL
21