3.3
Batterijstroom
Het apparaat kan ook worden gebruikt
op batterijstroom. Hiervoor maakt het
apparaat gebruik van acht batterijen
(maat C).
i
● Batterijen worden niet bij het
apparaat geleverd.
● Batterijen zijn niet nodig voor
normale werking.
Batterijen plaatsen
● Verwijder de deksel van de
batterijhouder.
● Plaats de batterijen in
overeenstemming met de (+) en (-)
polariteitsmarkeringen.
● Plaats de deksel weer terug.
VOORZICHTIG
!
Verkeerde plaatsing van batterijen kan lekkage van of roestvorming
op de batterijen veroorzaken en het apparaat beschadigen.
In geval van roestvorming, oxidatie, lekkende batterijen en andere
soortgelijke defecten waarbij geleidelijk zuur wordt gevormd, komt
de garantie te vervallen.
24