Tijdens een stroomstoring of als u de stekker van het apparaat uit
i
het stopcontact trekt, gaan de tijdinstellingen verloren,
tenzij batterijen voor noodstroom zijn geplaatst.
5.5
De functie SLEEP instellen
● Kies het gewenste radiostation.
● Druk op de toets SLEEP (42). De slaaptijd (90 min) knippert op de display.
● Druk herhaaldelijk op de toets tot de gewenste instelling is gevonden
(90, 80, 70 .. 10 min). De indicator SLEEP (23) brandt.
Het apparaat stopt met afspelen als de gekozen tijd is verstreken.
● Druk op de toets SLEEP (42) om de SLEEP-functie te annuleren.
5.6
Wekkerfunctie
ALARM1 activeren:
● Om de toonalarmmodus te selecteren, drukt u eenmaal op de toets AL1 (46).
De alarmindicator (20) en de bijbehorende alarmmodusindicator (19)
branden.
● Om de radioalarmmodus te selecteren, drukt u nog eenmaal op de toets
AL1 (46). De alarmindicator (20) en de bijbehorende alarmmodusindicator
(18) branden.
● Om de iPod-alarmmodus te selecteren, drukt u nog eenmaal op de toets
AL1 (46). De alarmindicator (20) en de bijbehorende alarmmodusindicator
(17) branden.
● Druk nog eenmaal op de toets AL1 (46) om de wekker te annuleren.
ALARM2 activeren:
● Om de toonalarmmodus te selecteren, drukt u eenmaal op de toets AL2
(45). De alarmindicator (21) en de bijbehorende alarmmodusindicator (19)
branden.
● Om de radioalarmmodus te selecteren, drukt u nog eenmaal op de toets
AL2 (45). De alarmindicator (21) en de bijbehorende alarmmodusindicator
(18) branden.
● Om de iPod-alarmmodus te selecteren, drukt u nog eenmaal op de toets
AL2 (45). De alarmindicator (21) en de bijbehorende alarmmodusindicator
(17) branden.
● Druk nog eenmaal op de toets AL2 (45) om de wekker te annuleren.
32