SC-F9300 Series Gebruikershandleiding
Item
Vulmoment Wijzigen
Doelinkttank selec-
teren
Gedwongen Vullen
Doelinkttank selecteren
Het menu op het bedieningspaneel gebruiken
Parameter
Uitleg
Wanneer u een chipeenheid hebt gereserveerd en gaat gebruiken, en
er vervolgens een verschil ontstaat tussen de weergave van het geschat-
Aan
te inktniveau op het scherm en het moment waarop de inkt moet wor-
den bijgevuld (wanneer het niveau van de resterende inkt minder dan
*
Uit
70 mm tot de bodem van de inkttank bedraagt), configureert u de vol-
gende instellingen om het verschil aan te passen.
Stel deze instelling in op Aan als de indicator 2 niveaus of meer is ge-
zakt (zie de volgende afbeelding) op het moment dat u de inkt moet
vullen.
Indicator
Inkttank
Stel deze instelling in op Uit als de indicator vol is of 1 niveau is gezakt
(zie de volgende afbeelding) op het moment dat u de inkt moet vullen.
Indicator
Inkttank
Als u de printer blijft gebruiken terwijl Aan is ingesteld, is mogelijk Ge-
dwongen Vullen vereist.
U kunt deze instelling niet aanpassen als de indicator nog slechts 1 ni-
veau aangeeft wanneer de inkt moet worden gevuld. Voer Gedwongen
Vullen uit, zoals beschreven in het volgende gedeelte.
Voer dit uit wanneer er een verschil is met de indicator als er slechts 1
niveau resteert (zie de volgende afbeelding) wanneer de inkt moet wor-
den gevuld terwijl u een gereserveerde chip blijft gebruiken.
Indicator
Inkttank
Plaats eerst een nieuwe chipeenheid op de slede van de doelinkttank
en plaats deze op de printer voordat u deze instelling inschakelt. Als u
in deze instelling de doelinkttank selecteert en volgens op de knop Z
drukt, wordt het vullen geannuleerd en wordt de printer opnieuw gela-
den vanaf de chipeenheid die voorafgaand was geplaatst. Een geannu-
leerde vulling kan niet opnieuw worden gevuld of in de oorspronkelijke
staat worden hersteld.
Deze instelling kan niet worden uitgevoerd wanneer op de indicator
nog 2 niveaus worden weergegeven.
108