Aansluiting potentiaalvereffening
De aansluiting van de installatie voor het vereffenen van het potentiaal tussen
verschillende apparaten dient te worden gerealiseerd met behulp van een klem met
daarop het symbool
De klem maakt het mogelijk de kabel voor de potentiaalvereffening (kleur geel-groen)
met een diameter van 4 tot 10 mm
Het apparaat moet worden aangesloten op het circuit van de potentiaalvereffening,
waarvan de effectiviteit beantwoordt aan de aanbevelingen in de geldende
regelgeving.
5.1.5 Wateraansluiting
De aansluiting op het drinkwater moet zich dicht bij het apparaat bevinden.
Tijdens het aansluiten van de nieuwe installatie, voordat het apparaat wordt
aangesloten wordt op de waterleiding, dient een geschikte hoeveelheid water door
de installatie te worden gevoerd, zodat er geen verontreinigingen in de
magneetkleppen kunnen komen.
De geleverde watertoevoerslang dient in een hoek van 90° te worden aangesloten op
de aansluiting (3/4") van het apparaat. Ligging van de aansluiting: aan de achterkant
aan de rechterkant onder het apparaat. Het andere eind van de watertoevoerslang
dient te worden aangesloten met behulp van een aftapkraan op de waterleiding.
VOORZICHTIG!
De waterdruk mag max. 3 bar bedragen. In het geval van een hogere druk,
dient een drukreductor te worden gebruikt (pagina 198).
Om zich van probleemloos functioneren van het apparaat te verzekeren, dient, om
kalkafzet te voorkomen in de gaarruimte, drinkwater te worden gebruikt met een
hardheid tot 7° dH.
VOORZICHTIG!
In het geval de waterhardheid groter is dan 7° dH moet een geschikte
installatie voor het verzachten van het water worden geïnstalleerd.
. De klem bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
2
aan te sluiten.
- 205 -