Werken met de zodensnijder
Zorg dat de motorolie op het peil is dat door de
motorfabrikant wordt aanbevolen. (Kijk in de handleiding
van de motorfabrikant.) Zorg dat de centrifugaalkoppeling
de juiste hoeveelheid olie bevat, zoals aangegeven door de
motorfabrikant.
1.
Zet de zodensnijder in de neutraalstand.
2.
Zet het mes in de transportstand.
3.
Plaats de zodensnijder op het startpunt met het mes
boven de grond.
4.
Schroef de knop los en schroef hem in het gat dat
overeenkomt met de gewenste snijdiepte.
5.
Trek de snijmesaanzethendel omhoog.
6.
Zet de schakelhefboom in de trage versnelling
(instelling 1).
7.
Trek de gashendel aan terwijl u de handgreep licht
naar beneden blijft duwen en over een korte afstand
snijdt; stop vervolgens. Zet de schakelhefboom in de
neutraalstand.
8.
Til de rand van de zode op om de snijdiepte te
controleren.
9.
Om de diepte te wijzigen, duwt u de
snijmesaanzethendel omlaag, ontgrendelt u de
dieptevergrendelknop en kiest u het juiste gat. Herhaal
vervolgens stap 3 tot en met 6. 8.
10. Om een snede te beëindigen, duwt u de
snijmesaanzethendel omlaag terwijl u de gashendel blijft
vasthouden. Hierdoor snijdt u het laatste stuk van de
zode terwijl het mes omhoogkomt.
De motor starten
Controleer of al het dagelijks onderhoud, zoals beschreven
in het onderhoudsschema, is uitgevoerd. Controleer of er
voldoende brandstof aanwezig is in de tank.
Brandstofklep
Open de brandstofklep. Duw de hendel helemaal naar
rechts.
18
BEDIENING
8064-029
8060-024