Service
PROCEDURE 3
Controleer de werking van het SYSTEEM en de SENSOREN
a) Schakel de microcomputer uit.
b) Open de VERDEELDOOS.
c) Laat enkel een sensor en de kabel van de schaal aangesloten (SENSORKABEL)
d) Schakel de microcomputer in.
e) STEL AF (raadpleeg de handleiding van de microcomputer voor de instructies).
f) De weegschaal moet stabiel zijn en "0" kg aangeven.
g) Controleer de correcte werking, door te proberen gewicht te laden op de aangesloten sensor
(het weergegeven gewicht is niet belangrijk, maar moet wel stabiel zijn).
HERHAAL DE TEST DOOR ELKE SENSOR EEN NA EEN AAN TE SLUITEN IN ZIJN BEGINPOSITIE.
RESULTAAT
Nul en gewicht stabiel voor alle
connectors
Nul en gewicht NIET
stabiel, alleen voor
sommige connectors van
de verdeeldoos
Met een nieuwe sensor:
nul en gewicht NIET
stabiel.
Met een nieuwe sensor:
nul en gewicht stabiel.
Nul en gewicht NIET
stabiel voor alle
connectors van de
verdeeldoos
Nul en gewicht nog NIET
stabiel.
INDICATOR HAPPY FEEDER PLUS III RevC2
OORZAAK
Het systeem werkt
correct.
De verdeeldoos en de
sensoren die aangesloten
zijn op deze connectors
zijn beschadigd.
De verdeeldoos is
beschadigd.
De eerder aangesloten
sensor is beschadigd.
De sensorkabel of
microcomputer is
beschadigd
De microcomputer is
beschadigd.
Ref. NEEN / JA
HANDELING
Sluit alles aan en probeer
opnieuw met een normaal
gebruik.
Sluit een werkende sensor
aan op de "kritieke"
connector; herhaal de test
en controleer de volgende
twee lijnen.
Vervang de verdeeldoos en
herhaal de tests.
Contacteer de
servicedienst
Vervang de sensorkabel,
herhaal de tests en
controleer de volgende lijn.
Contacteer de
servicedienst
►►►►►
5
-