5.2. Circulatiepomp afstelling
Uw ketel is uitgerust met een circulatiepomp van de aller
nieuwste generatie (hoge energieefficiëntie, klasse A).
De bedrijfsmodus instellen
■
Statusindicatieled circulatiepomp,
continu groen = normale werking
andere status : zie onderstaande tabel
Bedieningsknop
Selectie van modus en vermogensniveau
Status circulatiepomp
Groene / rode led
knipperend
Rode led knipperend
Vaste rode led
Led uit
Prestatiecurven
■
H/m
6
5
III
4
II
3
I
2
1
0
0,5
1,0
1,5
2,0
Voorkeursinstelling voor een installatie met radiatoren of
vloerverwarming. De snelheid van de circulatiepomp past
zich aan om de druk te variëren.
De vakman moet de pomp afstellen op basis van het drukverlies
van de installatie volgens de bovenstaande prestatiecurven.
Het uitvoeren van een ontluchtingscyclus is geen
garantie voor een goede ontluchting van de instal
latie en de ketel. Controleer of het systeem correct
is ontlucht VOORDAT u de ketel in gebruik neemt.
Gebruik
Circulatiepomp afstelling
Betekenis
– lucht in het pomplichaam
– rotor geblokkeerd (gomming)
overspanning of onderspanning
(U > 275 V of U < 170 V)
rotor geblokkeerd
– drukstoring (druk < 1,5 bar)
– oververhitting
– overstroom (elektrische overbelasting)
p/kPa
H/m
Variabele
III
60
6
druk
50
5
II
40
4
30
3
I
20
2
10
1
0
0
2,5
3,0 Q/m³/h
0,5
Voorkeursinstelling voor vloerverwarmingsinstallatie.
De snelheid van de circulatiepomp past zich aan om
de druk constant te houden.
Deze circulatiepomp kan worden ingesteld volgens 3 verschil
lende bedrijfsmodi.
Fabrieksinstelling: variabele druk, vermogensniveau II.
– controleer of de installatie goed ontlucht is
– controleer handmatig de rotatie van de rotor en de kwaliteit van de
vervoerde vloeistof (slib, deeltjes, afzettingen, enz.) in het pomplichaam
– controleer de spanning op de aansluitklemmen van de ketel
– controleer de doorsnede van de aansluitkabels
– controleer handmatig de rotatie van de rotor en de kwaliteit van de
vervoerde vloeistof (slib, deeltjes, afzettingen, enz.) in het pomplichaam
– zie «storingen en oplossingen»,
– controleer de elektrische aansluiting en de spanning op de aansluit
klemmen van de ketel
– controleer de juiste plaatsing van de koppelstrip (eenfasige aansluiting) of
de afwezigheid van de koppelstrip (driefasige aansluiting)
p/kPa
Constante
60
druk
50
40
30
20
10
0
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0 Q/m³/h
Ontluchtingsfunctie
■
In de pomp is een "ontluchtingsfunctie" geïntegreerd.
▻
Om het ontluchtingsproces te starten (10 min), drukt u
op de bedienings knop totdat de leds «bedrijfsmodus» en
«vermogens niveau» afwisselend knipperen (ongeveer 3 s).
▻
Om de ontluchtingscyclus te annuleren, drukt u nogmaals
op de bedieningsknop totdat de normale bedrijfstoestand is
bereikt (led «bedrijfsmodus» groen en vast, ca. 3 s).
Led «circulatiepomp bedrijfsmodus»
Led «vermogensniveau» I, II of III
Actie
zie pagina 14
H/m
III
Constante
6
snelheid
5
II
4
3
I
2
1
0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Voorkeursinstelling voor een circuit waar het
drukverlies niet verandert.
De pompsnelheid is constant.
p/kPa
60
50
40
30
20
10
0
3,0 Q/m³/h
13