Reiniging en Onderhoud
LET OP: Controle voor gebruiksseizoen
1. Controleer of de luchttoevoer en luchtuitblaas niet geblokkeerd zijn.
2. Controleer de werkschakelaar, stekkers en wandcontactdoos.
3. Controleer en reinig de filters.
4. Controleer en reinig de condenswaterafvoer.
1. Sluit de voeding af.
2. Reinig de filters en de buitenzijde van de airconditioner.
Recycling en demontage
1. Het verpakkingsmateriaal van de apparatuur bevat herbruikbaar materiaal.
Zorg voor een correcte scheiding van afvalstromen!
2. Neem voor het demonteren en ontmantelen contact op met uw installateur.
Werkzaamheden aan de apparatuur mogen alleen uitgevoerd worden door
een F-gassen gecertificeerd installateur.
: Controle na gebruiksseizoen
16