2 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur
▪ Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur:
▪ Additionele informatie over hoe optionele uitrustingen en
apparatuur te installeren
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit) + Digitale
bestanden
op
http://www.daikineurope.com/support-and-
manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
2
Specifieke
veiligheidsinstructies voor de
installateur
Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na.
Installatieplaats (zie
"4.1 Installatieplaats
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
WAARSCHUWING
Koelmiddelleidingen die met gelijk welk ander koelmiddel
zijn gebruikt, mogen NIET worden hergebruikt. Vervang de
koelmiddelleidingen of maak ze grondig schoon.
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade.
▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET
opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen
van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten
toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten
overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de
geldende
wetgeving
gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden.
▪ Gebruik
GEEN
andere
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
Installatiehandleiding
4
voorbereiden" [ 4 6])
(bijvoorbeeld
de
nationale
schoonmaakmiddelen
of
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen
mechanische schade kan oplopen in een voldoende
geventileerde
ruimte
voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een
brandend
gastoestel
verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
Installatie van de leidingen (zie
leidingen" [ 4 11])
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat
deze
zuurstofdiffusiedicht
DIN 4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
koelingslus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
OPMERKING
Overdrukomloopklep (bijgeleverd als accessoire). We
raden aan om de overdrukomloopklep te installeren in het
watercircuit voor ruimteverwarming.
▪ Let op het minimum watervolume bij het kiezen van de
installatielocatie van de overdrukomloopklep (bij de
binnenunit of bij de collector). Zie
watervolume en waterdebiet
▪ Houd rekening met het minimum debiet wanneer u de
overdrukomloopklep instelt. Zie
en waterdebiet controleren"
controleren" [ 4 34].
minimum debiet
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
OPMERKING
Een drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) met een
openingsdruk van maximum 10 bar (=1 MPa) moet worden
geïnstalleerd op de aansluiting van de koudtapwaterinlaat
conform de geldende wetgeving.
Elektrische installatie (zie
"6 Elektrische
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
zonder
ontstekingsbronnen
die
of
een
werkende
elektrische
"5 Installatie van de
zijn
overeenkomstig
in
alle
of
bepaalde
in
elke
ruimteverwarming-/
"5.2.1 Het
controleren" [ 4 11].
"5.2.1 Het watervolume
[ 4 11] en
"8.2.1 Het
installatie" [ 4 12])
EHBH/X04+08EA/EJ6V+9W
Daikin Altherma 3 R W
4P629081-1A – 2020.08