6 Elektrische installatie
Er zijn 2 afsluiters en 1 overdrukomloopklep voorzien voor service
en onderhoud. Monteer de afsluiters op de wateringang en -uitgang
voor ruimteverwarming. Om het minimumdebiet te verzekeren (en
overdruk te voorkomen), installeert u de overdrukomloopklep op de
wateruitgang voor ruimteverwarming.
1 Monteer de afsluiters op de waterleidingen.
b
a
a
Waterinlaat
b
Wateruitlaat
2 Schroef de moeren van de binnenunit op de afsluiters.
3 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiters.
4 Indien de optionele tank voor warm tapwater aangesloten moet
worden, zie de installatiehandleiding van de tank voor warm
tapwater.
OPMERKING
Monteer de ontluchtingsventielen op alle hoge punten.
OPMERKING
Overdrukomloopklep (bijgeleverd als accessoire). We
raden aan om de overdrukomloopklep te installeren in het
watercircuit voor ruimteverwarming.
▪ Let op het minimum watervolume bij het kiezen van de
installatielocatie van de overdrukomloopklep (bij de
binnenunit of bij de collector). Zie
watervolume en waterdebiet
▪ Houd rekening met het minimum debiet wanneer u de
overdrukomloopklep instelt. Zie
en waterdebiet controleren"
controleren" [ 4 34].
minimum debiet
OPMERKING
Wanneer een optionele tank voor warm tapwater geplaatst
werd: een drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) met
een openingsdruk van maximum 10 bar (= 1 MPa) moet
worden geïnstalleerd op de inlaataansluiting koud tapwater
conform de geldende wetgeving.
5.4.2
Het watercircuit vullen
Gebruik een ter plaatse te voorziene vulkit om het watercircuit te
vullen. Controleer of u voldoet aan de geldende wetgeving.
INFORMATIE
Zorg ervoor dat beide ontluchtingsventielen (één op het
magnetische filter en één op de back-upverwarming) open
staan.
Installatiehandleiding
12
"5.2.1 Het
controleren" [ 4 11].
"5.2.1 Het watervolume
[ 4 11] en
"8.2.1 Het
5.4.3
De tank voor warm tapwater vullen
Zie de installatiehandleiding van de warmtapwatertank.
5.4.4
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
6
Elektrische installatie
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor de back-upverwarming van de binnenunit
Zie
"6.3.2 De voeding van de back-upverwarming
6.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Onderdeel
M4 (X1M)
M4 (aarde)
6.3
Aansluitingen op de binnenunit
Onderdeel
Elektrische voeding
Zie
"6.3.1 De hoofdvoeding
aansluiten" [ 4 14].
(primair)
Elektrische voeding
Zie
"6.3.2 De voeding van de back-
(back-upverwarming)
upverwarming
Afsluiter
Zie
"6.3.3 De afsluiter
Elektrische meters
Zie
"6.3.4 De elektriciteitsmeters
aansluiten" [ 4 17].
Warmtapwaterpomp
Zie
"6.3.5 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" [ 4 17].
Alarmuitgang
Zie
"6.3.6 De alarm-output
aansluiten" [ 4 18].
Bediening
Zie
"6.3.7 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/-
ruimtekoeling/verwarming
aansluiten" [ 4 18].
verwarming
Omschakeling naar
Zie
"6.3.8 De omschakeling naar de
regeling externe
externe warmtebron
warmtebron
Digitale ingangen
Zie
"6.3.9 De digitale inputs voor het
energieverbruik
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
"6.3.10 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact)
aansluiten" [ 4 20].
meeraderige
kabel
als
aansluiten" [ 4 15].
Aanhaalmoment (N•m)
1,2~1,5
Beschrijving
aansluiten" [ 4 15].
aansluiten" [ 4 16].
aansluiten" [ 4 19].
aansluiten" [ 4 19].
EHBH/X04+08EA/EJ6V+9W
Daikin Altherma 3 R W
4P629081-1A – 2020.08