7.
ONDERHOUD
7.1.
Veiligheidsinstructies voor de reparatie van het product
• Er mogen geen aanpassingen of wijzigingen die van invloed zouden kunnen zijn
op de capaciteits-, stabiliteits- of veiligheidsvereisten van de stapelaar, maar
niet beperkt tot deze voorbeelden, worden aangebracht zonder de voorgaande
schriftelijke goedkeuring van de originele fabrikant, zijn geautoriseerde
vertegenwoordiger of een opvolger daarvan.
• Zorg ervoor dat het toestel zich in een veilige en stabiele positie bevindt, waarbij je
erop let dat het niet plotseling kan bewegen. Gebruik het remmechanisme.
• De persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud moet veiligheidsschoenen
en -handschoenen dragen bij het gebruiken of onderhouden van de stapelaar.
7.2.
Onderhoudsschema
Taak
1. Dagelijkse onderhoudscontrole
2. Smering
3. Controle van de lier
4. Remmen
5. Reiniging
D: dagelijks, W: wekelijks, M: maandelijks, 6M: elke 6 maanden
7.3.
Onderhoudsinstructies
1. Dagelijkse onderhoudscontrole
Een dagelijkse onderhoudscontrole van de stapelaar kan slijtage beperken tot een
minimum.
• Controleer de wielen en assen op obstructies.
• Controleer op beschadigde of losse bouten, moeren of splitpennen. Vervang ze indien
nodig, zie onderdelenlijst.
• Controleer op olielekken (voor stapelaars met hydraulische pomp).
• Controleer of de hef- en daalfuncties goed werken (zie hoofdstuk 6).
• Zorg ervoor dat de instructiehandleiding volledig, leesbaar en beschikbaar is voor
raadpleging.
• Zorg ervoor dat alle stickers leesbaar en geplaatst zijn.
• Controleer het volledige toestel op schade, corrosie of barsten in structurele
componenten.
Gebruik nooit een beschadigd of defect toestel. Indien schade of defecten worden
gedetecteerd tijdens de dagelijkse inspectie of functietesten, moet het toestel
worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld.
18/28
D
W
M
6M