5. OPBOUW VAN DE GEVELSTEIGER
5.1.
Algemeen
platform
voetspindel
basisraam
horizontaal
De gevelsteiger wordt laag voor laag opgebouwd:
•
Plaats de voetspindels op een onderlinge afstand van 3,052 of 2,5 m.
De voetspindels worden vooraf reeds globaal op hoogte ingesteld, zodat het
latere
nivelleren vergemakkelijkt wordt.
•
Plaats de eerste laag ramen (de basisramen) op de voetspindels.
•
Plaats de horizontalen op de staanders van de ramen.
•
Plaats de diagonalen volgens het voorgeschreven diagonaalpatroon.
•
Bepaal de plaats voor één of meer laddergangen, teneinde bij het aanbrengen
van de platformen hiermee rekening te houden; plaats onderin een extra
platform (ipv. de beide horizontalen); plaats de ladders afwisselend links en
rechts in het vak.
•
Als alternatief voor de ladderopgang kan een trapopgang worden geplaatst, zie
5.4.
•
Plaats de platformen op de ramen. De opwaaibeveiligingen aan de onderzijde
van de platformen moeten zorgvuldig worden vergrendeld (2 per platform).
platform
met ladder
en luik
extra
platform
diagonaal
6