Inhoudsopgave
Advertenties
8. Veiligheidsinrichtingen
8.1 Veiligheidsbarrières en oprijhellingen
De veiligheidsbarrières en oprijhellingen (zie
het platform vallen.
8.2 Beveiligingsmechanisme
Het beveiligingsmechanisme (zie
naar beneden glijdt wanneer een aandrijfelement breekt.
8.3 Contactbodem
De contactbodem (zie
hoofdstuk
oprijkleppen) tegen het raken van een obstakel in de neerwaartse beweging.
8.4 Startschakelaar aan de oprijkleppen
Beide oprijkleppen zijn uitgerust met veiligheidsschakelaars die de lift stoppen bij een botsing met een
obstakel. Alleen de startschakelaar in de rijrichting is altijd actief.
8.5 Contactstrook voor installaties met schaarpunten
De contactstrook bevindt zich aan de bovenkant van de lift (zie
wanneer er schaarpunten zijn langs de rijbaan zoals vensterbanken, om te voorkomen dat mensen of
voorwerpen bekneld geraken tijdens opwaartse bewegingen.
8.6 Noodstopknop
Door op de noodstopknop te drukken (zie
een signaaltoon. Om de vergrendeling te ontgrendelen de noodstopknop naar links draaien.
8.7 Noodoproep via akoestische signaalgevers op de lift
Via de drukknop op het rijmechanisme (zie
gebruiksaanwijzing PLG7
hoofdstuk
2.2, - pos. 9, 12 en 13) voorkomen dat personen van
hoofdstuk
2.2, - pos. 17) voorkomt dat de platformtraplift langs de rijbaan
2.2., - pos. 15) biedt extra bescherming (naast de contactbeveiligde
hoofdstuk
2.1, - pos. 3) wordt de rit van de lift gestopt en klinkt er
hoofdstuk
2.1, - pos. 4) kan een signaaltoon worden gegenereerd.
versie 2.07
hoofdstuk 2.2
– pos.20). Het wordt gebruikt
pagina 21
Advertenties
Inhoudsopgave
