Aanduiding
Parameter
[K] [J]-knoppen
[–] [+]-knoppen
De Equalizer-instellingen bewerken
U kunt de equalizer gebruiken om de klankkleur te wijzigen door het lage of hoge frequentiebereik te versterken of te verzwakken.
Gebruik de knoppen [K] [J] om "Equalizer" te selecteren en druk vervolgens op de knop [Function] (Enter).
Low Freq
Equalizer
Mid Freq
Mid Q
High Freq
Bluetooth Audio
Raadpleeg "Bluetooth-audio gebruiken" (p. 21).
Bluetooth Turn/MIDI
Raadpleeg "Het pedaal gebruiken om pagina's om te draaien op een app voor bladmuziek" (p. 22).
Bluetooth-ID
Raadpleeg "De Bluetooth-ID opgeven" (p. 21).
Het volume van een audioafspeelapparaat of Bluetooth-audio aanpassen (invoervolume)
Input/Bluetooth Vol.
U kunt het volume van de afgespeelde audio aanpassen wanneer een audioafspeelapparaat is aangesloten op de Input Stereo-aansluiting of via Bluetooth.
0–10
De afspeelmodus van een song (SMF) opgeven (SMF Play Mode)
Als u een song (SMF) afspeelt, selecteert u de geschikte instelling naargelang u een interne song of externe data afspeelt.
MEMO
U kunt de SMF Play Mode ook wisselen door de [s]-knop ingedrukt te houden en de knoppen [–] [+] te gebruiken.
SMF Play Mode
Sommige Piano Designer-effecten worden niet gereproduceerd als de SMF Play Mode is ingesteld op "External".
Auto-Select
Internal
External
Het opnameformaat selecteren (Recording Mode)
U kunt kiezen of u wilt opnemen als SMF of als audio.
Recording Mode
MEMO
U kunt de opnamemodus ook wisselen door de [t]-knop ingedrukt te houden en de knoppen [–] [+] te gebruiken.
SMF
Audio
Rename Song
Raadpleeg "De naam van een song wijzigen (Rename Song)" (p. 11).
Copy Song
Raadpleeg "Een opgeslagen song kopiëren (Copy Song)" (p. 12).
Delete Song
Raadpleeg "Een opgeslagen song verwijderen (Delete Song)" (p. 12).
Format Media
Raadpleeg "Het geheugen formatteren (Format Media)" (p. 17).
De manier waarop pedaaleffecten worden toegepast veranderen (Damper Pedal Part)
Als u het pedaal indrukt dat tijdens Dual Play of Split Play op de Pedal Damper-aansluiting is aangesloten, wordt het pedaaleffect normaal op beide
Damper Pedal Part
klanken toegepast, maar u kunt ook de klank selecteren waarop het effect moet worden toegepast.
Right & Left
Right
Left
De functie van het middelste pedaal wijzigen (Center Pedal)
Gebruik dit kenmerk om de functie te wijzigen van het pedaal dat op de Pedal Sostenuto-aansluiting is aangesloten.
Sostenuto *1
Start/Stop
Layer
Soft *2
Expression *3
Master Expression
Center Pedal
Bend Up *3
Bend Down *3
Modulation *3
Mic Doubling Sw
Mic Echo Sw
Rotary Sw
*1 Werkt alleen op de functie van het middelste pedaal.
*2 Werkt alleen op de functie van het linkerpedaal.
*3 Werkt alleen op de klankenset als de overeenkomstige pedaalpartij (Center Pedal Part of Left Pedal Part).
* Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal. Het aansluiten van een expressiepedaal van een ander type kan leiden tot defecten en/of schade
aan het apparaat.
De manier waarop pedaaleffecten worden toegepast veranderen (Center Pedal Part)
Center Pedal Part
Als u het pedaal indrukt dat tijdens Dual Play of Split Play op de Pedal Sostenuto-aansluiting is aangesloten, wordt het pedaaleffect normaal op
beide klanken toegepast, maar u kunt ook de klank selecteren waarop het effect moet worden toegepast.
Raadpleeg "De manier waarop pedaaleffecten worden toegepast veranderen (Damper Pedal Part)" (p. 19).
Uitleg
Frequentiepunt in het lage frequentiebereik.
20–400
(Hz)
Hiermee wijzigt u het niveau op of onder de opgegeven bandbreedte.
Frequentiepunt in het middenfrequentiebereik.
200–8000
(Hz)
Hiermee wijzigt u het niveau van de opgegeven bandbreedte die op deze frequentie gecentreerd is.
Wijzigt de bandbreedte van het middenfrequentiebereik.
0,5, 1,0, 2,0,
4,0, 8,0
De bandbreedte waarop dit effect heeft, versmalt naarmate de waarde toeneemt.
Frequentiepunt in het hoge frequentiebereik.
2000–
16000 (Hz)
Hiermee wijzigt u het niveau op of boven de opgegeven bandbreedte.
Stelt de SMF Play Mode automatisch in op "Internal" of "External" afhankelijk van de song die wordt afgespeeld.
De meest geschikte klank voor de song die wordt afgespeeld, wordt geselecteerd.
Deze instelling is ideaal voor het afspelen van een interne song of voor een song die op dit apparaat is opgenomen.
De momenteel geselecteerde klank wordt gebruikt wanneer u de song afspeelt.
Deze instelling is ideaal voor het afspelen van externe data zoals in de handel verkrijgbare muziekdata.
De performance wordt opgenomen als MIDI-data. (SMF-indeling 0)
De opname wordt gemaakt als audiogegevens. (WAV-indeling, 44,1 kHz, 16-bit lineair)
Alle ingeschakeld
Alleen toegepast op klank 1 (Dual Play)/rechterhandklank (Split Play)
Alleen toegepast op klank 2 (Dual Play)/linkerhandklank (Split Play)
Stelt de functie op het Sostenuto-pedaal in.
Het pedaal heeft dezelfde functie als de [s]-knop.
In Dual Play kunt u het volume van klank 2 regelen.
Stelt de functie op het Soft-pedaal in.
Hiermee kunt u het volume regelen. Het kan handig zijn om een expressiepedaal (EV-5: apart verkrijgbaar) aan te sluiten.
Wijzigt het afspelen van de opgenomen performance niet.
Regelt het algemene volume van de FP-90.
De toonhoogte verhoogt wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
De toonhoogte verlaagt wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
Vibrato wordt toegevoegd wanneer het pedaal wordt ingedrukt.
Met het pedaal wordt het microfooneffect "Doubling" in- en uitgeschakeld.
Met het pedaal wordt het microfooneffect "Echo" in- en uitgeschakeld.
Als u het Rotary-effect gebruikt, wisselt het Rotary-effect tussen snel en traag.
Geavanceerde bediening
10
Pagina
19