A. Logging modus:
1. Laatste meting
2. LOG-symbool knippert
3. Omhoog pijl knippert: laatste meting heeft de bovenste limiet overstegen.
Omhoog pijl brandt constant: meerdere metingen hebben de bovenste limiet overstegen.
4. Omlaag pijl knippert: laatste meting heeft de onderste limiet overstegen.
Omlaag pijl brandt constant: meerdere metingen hebben de onderste limiet overstegen.
B: Beëindiging modus:
1. Laatste meting
2. LOG-symbool knippert
3. Omhoog pijl knippert: laatste meting heeft de bovenste limiet overstegen.
Omhoog pijl brandt constant: meerdere metingen hebben de bovenste limiet overstegen.
4. Omlaag pijl knippert: laatste meting heeft de onderste limiet overstegen.
Omlaag pijl brandt constant: meerdere metingen hebben de onderste limiet overstegen.
C: Meetmodus:
1. Momentele meting
2. LOG-symbool is volledig uit
3. Omhoog pijl brandt: toont dat dit de hoogste meting uit de meetreeks is.
4. Omlaag pijl brandt: toont dat dit de laagste meting uit de meetreeks is.
Meettoets:
De PCE-CLL 1 is uitgerust met één meettoets. Deze toets heeft verschillende functies, afhankelijk van
de gemaakte instellingen.
•
Wanneer de bediener van de datalogger in de software heeft gekozen voor de functie "Start
per toetsdruk", dan wordt deze toets gebruikt om de datalogger te starten.
•
Wanneer de bediener in de software heeft gekozen voor de functie "Overschrijven indien
vol", dan wordt deze toets gebruikt om de meting te stoppen.
•
Wanneer de bediener in de software heeft gekozen voor de functie "Bevestigen en wissen",
dan wordt deze toets gebruikt om een van de oplichtende alarmen te stoppen.
GEBRUIKSAANWIJZING Datalogger PCE-CLL 1
10