6
Plaats de deksel terug en zorg er hierbij voor dat de pijl naar
de ontgrendelde positie wijst.
7
Gebruik een muntje om de deksel rechtsom weer vast te
draaien en zorg er hierbij voor dat de pijl naar de
vergrendelde positie wijst.
8
Wacht 10 seconden.
Nadat u de batterij van de pedaalsensor hebt vervangen, stelt u
de installatiehoek in van uw Edge
Appendix
De Vector registreren
Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter
kunnen helpen.
• Ga naar www.garmin.com/vectorowner.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Edge 810 en 510 instructies
Een Vector met uw Edge 810 of 510 toestel koppelen
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m bij andere
ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Selecteer in het startscherm
4
Selecteer een profiel.
5
Selecteer
.
6
Schakel de sensor in en selecteer Zoeken.
7
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
Wanneer de sensor is gekoppeld met uw Edge toestel, is de
sensorstatus Verbonden. U kunt een gegevensveld aanpassen
om Vector gegevens weer te geven.
De pedaallengte invoeren
De pedaallengte is vaak vermeld op de pedaalarm.
1
Draai de pedalen een paar keer rond om de Vector te
activeren.
2
Selecteer in het startscherm
3
Selecteer een profiel.
4
Selecteer Pedaallengte > Handmatig.
5
Voer de pedaallengte in en selecteer
Een vaste nulreferentie instellen
OPMERKING: Tijdens deze taak moet de fiets rechtop staan en
mag er geen contact zijn met de pedalen.
1
Selecteer in het startscherm
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer
> Kalibreer.
Wanneer de nulreferentie is bepaald, verschijnt er een
bericht op het Edge toestel.
Edge 800 toestelinstructies
Vector met het Edge 800 toestel koppelen
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 meter bij
andere ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Selecteer MENU >
> Fietsinstellingen > Fietsprofielen.
4
Selecteer een fiets.
6
(De installatiehoek
instellen).
> Fietsprofielen.
> Fietsprofielen.
.
> Fietsprofielen.
5
Selecteer ANT+ vermogen > Vermogensmeter > Ja.
6
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
7
Selecteer .
Zodra de sensor met uw Edge toestel is gekoppeld, wordt er
een bericht weergegeven en knippert
statuspagina. U kunt een gegevensveld aanpassen om Vector
gegevens weer te geven.
Vector kalibreren met het Edge 800 toestel
1
Voer de pedaallengte in
2
Stel de installatiehoek van de sensors in de pedalen in
installatiehoek
instellen).
3
Kalibreer de vaste nulreferentie
instellen).
4
Kalibreer Vector voor elke rit
rit).
De pedaallengte invoeren
De pedaallengte is vaak vermeld op de pedaalarm.
1
Draai de pedalen een paar keer rond om de Vector te
activeren.
2
Selecteer MENU >
> Fietsinstellingen > Fietsprofielen.
3
Selecteer een profiel.
4
Selecteer Fietsdetails > Pedaallengte > Aangepast.
5
Voer de pedaallengte in en selecteer
Een vaste nulreferentie instellen
OPMERKING: Tijdens deze taak moet de fiets rechtop staan en
mag er geen contact zijn met de pedalen.
1
Selecteer MENU >
> Fietsinstellingen > Fietsprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer ANT+ vermogen > Kalibreer.
Wanneer de nulreferentie is bepaald, verschijnt er een
bericht op het Edge toestel.
Edge 500 toestelinstructies
Vector koppelen met het Edge 500 toestel
1
Breng het Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 meter bij
andere ANT+ sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2
Schakel het Edge toestel in.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Instellingen > Fietsinstellingen.
5
Selecteer een fiets.
6
Selecteer ANT+ vermogen.
7
Schakel de sensor in en selecteer Zoeken.
8
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
Zodra de sensor met uw Edge toestel is gekoppeld, wordt er
een bericht weergegeven en knippert
hoofdmenu. U kunt een gegevensveld aanpassen om Vector
gegevens weer te geven.
Vector kalibreren met het Edge 500 toestel
1
Voer de pedaallengte in
2
Stel de installatiehoek van de sensors in de pedalen in
installatiehoek
instellen).
3
Kalibreer de vaste nulreferentie
instellen).
4
Kalibreer Vector voor elke rit
rit).
De pedaallengte invoeren
De pedaallengte is vaak vermeld op de pedaalarm.
niet meer op de
(De pedaallengte
invoeren).
(Een vaste nulreferentie
(De Vector kalibreren voor elke
.
niet meer in het
(De pedaallengte
invoeren).
(Een vaste nulreferentie
(De Vector kalibreren voor elke
(De
(De
Appendix