Montage
Afmetingen van het apparaat
S
a De bovenkast moet van de voorkant tot de tussenwand een onderbodem heb‐
ben. Wordt het apparaat verder naar achteren geplaatst, bijv. wanneer er een
frontpaneel wordt gemonteerd, dan moet ook de onderbodem dieper zijn.
b De tussenwand van de bovenkast moet uitneembaar zijn.
c luchtafvoer; bij het meten van de kasthoogte en de uitsparingen moet u reke‐
ning houden met gemonteerde accessoires (bijv. geluidsdempers en DSM-mo‐
dules).
d Luchtcirculatie met ombouwset DUU 151.
e Accessoire DSM 400
28
S