3
Installatie
3.4.1 Montage vulunit
De vulunit bestaat uit de volgende eenheden:
– overstortventiel
– drukmeter (manometer)
– vul- en aftapkraan
– expansievatkoppeling
– aansluitkoppeling leidingen
– expansievat
Plaats de bovenstaande onderdelen met teflontape op
de expansievatconsole volgens figuur 7 en draai de de-
len vast. De aansluit koppeling is voorzien van een
15 mm knelkoppeling. Met de bijgeleverde slang moet
de overstort op de riolering worden aangesloten of kan
de vloeistof opgevangen worden in een jerrycan waar-
mee de solarvloeistof geleverd wordt.
3.4.2 Montage collectorcircuit
Voorzichtig: Schade aan de installatie door gebruik
kunststof leidingen (bijv. PE-buis)!
Gebruik alleen materialen die bestand zijn tegen de
temperaturen, max. 150 °C die optreden in zon-
nesystemen.
De leidingen tussen collector, pumpunit en boiler kan
men aanleggen met 15 mm koper leiding. Om
warmteverlies uit de leidingen te beperken dient de
zonneboiler zo dicht mogelijk bij de collector geplaatst te
worden. Voor langere afstanden kan men eventueel
twintube toepassen. Twintube is een voorgeïsoleerde
set van aanvoer- en retourleiding, waarin tevens een
kabel is opgenomen om de collectorsensor mee aan te
sluiten. De Twintube wordt niet standaard bijgeleverd en
kan men extra bestellen.
Er is voldoende zonneboiler vloeistof voor max 20 mtr.
leiding, standaard meegeleverd.
3.4.3 Isolatie leidingen
De inpandige leidingen moeten goed geïsoleerd wor-
den, zodat fysiek contact met de leidingen niet mogelijk
is. Het toegepaste isolatiemateriaal moet een tempera-
tuur van 180 °C kortstondig kunnen weerstaan.
10
Montage- en Gebruikershandleiding Nefit SolarLine Pakket 1-110/2-110 • 201 3/10
5
4
Fig. 7
Vulunit
Pos. 1: druk-/overstortcombinatie
Pos. 2: vul- en aftapkraan zonneboilercircuit
Pos. 3: expansievatkoppeling
Pos. 4: aansluitkoppeling leidingen
Pos. 5: console
1
2
3