Leidingtraject en bevestiging
2.3.3
Persfittingen
Megapress G
Voor de bevestiging van de buizen alleen buisklemmen met chloridevrije
geluidsisolerende voering gebruiken.
Neem de algemene regels van de bevestigingstechniek in acht:
Voor gasinstallaties, zie
n
op pagina 6.
Bevestiging alleen aan componenten met voldoende stabiliteit.
n
Gasleidingen mogen niet aan andere leidingen worden bevestigd of
n
als drager voor andere leidingen dienen.
In combinatie met niet-brandbare buisklemmen (bijv. metalen buis‐
n
klemmen) mag het systeem met in de handel verkrijgbare kunststof‐
pluggen worden bevestigd.
Voor gasleidingen moeten de volgende bevestigingsafstanden voor
horizontaal geïnstalleerde leidingen worden aangehouden:
Afstand tussen de buisklemmen
D [mm]
Nominale diameter
21,3
26,9
33,7
42,4
48,3
60,3
GEVAAR!
Levensgevaar door onvakkundige gasinstal‐
latie!
Een onvakkundige uitgevoerde gasinstallatie kan de
bedrijfszekerheid beperken en leiden tot persoonlijk letsel
en materiaalschade.
Gebruik voor gasinstallaties uitsluitend persfittingen
n
van roestvast staal en brons/siliciumbrons met de
nominale diameters d20, 25 en 32.
Ä "Regelgeving uit de paragraaf: buizen"
Bevestigingsafstand
[inch]
van de buisklemmen
½
¾
1
1 ¼
1½
2
Productinformatie
[m]
1,50
2,00
2,25
2,75
3,00
3,50
11