REMKO Toerentalregelaar
Minimaal toerental afstellen
Het op de buitenste instelknop [S]
instelbare minimum toerental is af fabriek
ingesteld op ca. 100 V minimum spanning.
In het geval van systeemgerelateerde
noodzaak kan het minimum toerental
intern worden afgesteld.
Verlaag hiervoor voorzichtig de
minimum spanning via de interne
trimpotentiometer [Afb. 2].
Afb. 2
Trimpotentiometer
De spanning mag slechts zo ver worden
verlaagd, dat de ventilator(en) na
stilstand weer probleemloos kunnen
starten.
Testprocedure: Instelknop [S] geheel
naar rechts draaien (minimum
toerental) en de ventilatoren via de
bedrijfsschakelaar [B] uitschakelen.
Na de volledige stilstand van alle
ventilatoren weer inschakelen.
De ventilatoren moeten nu correct
opstarten.
LET OP
De probleemloze start van de
ventilatoren bij minimaal toerental
moet bij de installatie en min. elke
6 maanden worden gecontroleerd.
6
Poten-
tiometer
Volspanning-startfunctie:
Als de startjumper [] is ingesteld
(leveringsstatus), start de regelaar
voor ca. 8 seconden met volledig
motortoerental en schakelt daarna terug
naar het ingestelde toerental.
Softstart:
Als de jumper [] wordt verwijderd, vindt
de start plaats met een zachte start. Het
ingestelde toerental wordt lineair verhoogd
tot aan het ingestelde toerental.
Onderhoud
LET OP
Voor alle werkzaamheden aan
de regelapparaten moet de
netspanning aan alle polen worden
uitgeschakeld en tegen ongewenst
inschakelen worden beveiligd.
In principe zijn de regelapparaten
■
onderhoudsvrij.
Indien nodig moeten de apparaten
■
met een droge of licht vochtige doek
worden gereinigd.
De regelaars mogen niet weer
■
worden ingeschakeld, voordat deze
absoluut droog zijn.
In geen enkel geval mogen de
■
regelapparaten in water of andere
vloeistoffen worden ondergedompeld
resp. met een vloeistofstraal worden
behandeld.