Download Print deze pagina

CALEFFI 174 Series Handleiding pagina 5

Advertenties

Bedrading regelaar - remote control
®
Optimiser
2. Weersafhankelijke regelaar - Beschrijving bedieningen
Remote control met ruimtesensor
®
Optimiser
1
3
3. Het display geeft de gegevens en alle menu-items duidelijk weer. Alle weergegeven waarden worden voortdurend bijgewerkt. Het scherm
licht automatisch op wanneer er een functie gekozen wordt. Als er 4 minuten lang geen bedieningen worden gebruikt, keert het scherm
terug naar het standaardscherm en gaat het licht uit.
4. De Select-knop kan naar rechts (+) en naar links (-) worden gedraaid om over te gaan tussen de verschillende menu-, functie- of
wijzigingsvelden.
Druk op de knop om een menu-item te selecteren.
Regeling omgevingstemperatuur
Met de remote control kan de omgevingstemperatuur worden gewijzigd, door hem te verhogen of te verlagen ten opzichte van een standaard
referentietemperatuur.
De wijziging (± 5 K) verschijnt op het display, in stappen van 0,5 K ten opzichte van de referentietemperatuur: comfort verwarming 20°C;
verlaging 18°C.
Comfort koeling 22°C of uit.
5. Functietoetsen:
Esc
- Verandert het gekozen menu-item en keert terug naar het vorige menuniveau.
- De veranderde gegevens worden niet geaccepteerd of geregistreerd.
Info
- Geeft korte informatie met betrekking tot het huidige menu-item.
Set
- De uitgevoerde wijziging wordt geregistreerd.
Forcering van onmiddellijk comfort
Door niveau 1 van het submenu 'Bedrijfstoestand' te activeren, kunnen de volgende statussen worden ingesteld:
Bedrijfstype: select met keuze + / -
AUT
(Automatisch)
(Comfort)
(Verlaging)
(Zomer)
ZOM
(Stand-by)
-
+
De verbinding van de kabels moet gebeuren in de
juiste polarisatievolgorde.
CALEFFI
Ruimte voor aanduiding van corresponderende
kabelkleuren tussen interface en remote control
-
+
De werkelijke omgevingstemperatuur wordt weergegeven op de vierde displayregel.
®
Optimiser
Optimiser
®
1. De LED geeft de status aan via de meerkleurige diode:
- groen, knipperend: initialisatie van de regelaar
- groen, vast brandend: regelaar in werking
2
- groen/rood, knipperend: regelaar in werking, met sensorfout
- rood, knipperend: controle regelaar
- rood, vast brandend: fout van de regelaar.
4
2. De mini DIN-aansluiting op de voorkant van het paneel maakt
het mogelijk om alle parameters te tonen die door de regelaar
worden beheerd.
De verbinding met een pc wordt gemaakt met een 9-polige Sub
5
D MINI DIN gegevenstransmissiekabel. De kabel en het
specifieke transmissieprogramma zijn als optie verkrijgbaar.
5
Verbinding
sensoren
Voor de aansluiting
van
de
aanvoer-,
retour-, buiten- en
ruimtesensoren en de regelaar
moet een separate kabelgoot
worden
gebruikt.
Als
de
verbindingskabel
in
een
kabelgoot
met
andere
spanningskabels wordt gelegd,
moet er een afgeschermde,
geaarde kabel worden gebruikt
Wijzigingen in de bedrading van
de regelaar zouden elektrische
storingen kunnen veroorzaken.
Als er werkzaamheden op de
bedradingen nodig zijn, moet er
een reset worden uitgevoerd
door de voeding naar de
regelaar
zelf
enkele
ogenblikken uit te schakelen.
Maximale
afstand
tussen
remote control en regelaar: 100
m, met 4-polige kabel doorsn.
0,5 mm
2.

Advertenties

loading