Download Print deze pagina

CALEFFI 174 Series Handleiding pagina 10

Advertenties

4. Functies - details
Regeling van de aanvoertemperatuur in functie van de buitentemperatuur
De berekende aanvoertemperatuur is afhankelijk van de waarden gemeten door de buiten-, de aanvoer- en de retoursensor, de ruimtesensor en de ingestelde
karakteristieke curve.
Zomer-blokkeerbeveiliging
Na langdurige stilstand, bijvoorbeeld in de zomer, zou het mengventiel niet meer goed kunnen werken of zou de pomp kunnen blokkeren. Om dit te voorkomen,
worden het mengventiel en de pomp elke dag automatisch voor 60 seconden geactiveerd.
Vorstbeveiliging - dubbele controle
Eerste controle: de pomp wordt ingeschakeld als de buitentemperatuur onder 4°C daalt of de omgevingstemperatuur onder 5°C (als er een ruimtesensor aanwezig
is). Hij wordt uitgeschakeld wanneer de buitentemperatuur boven 6°C stijgt of de omgevingstemperatuur boven 7°C.
Tweede controle: als de aanvoer- of retourtemperatuur onder de 7°C daalt, wordt het mengventiel geopend en de pomp ingeschakeld. Wanneer de temperatuur
in het circuit boven 20°C stijgt, gaat de pomp uit en wordt het mengventiel gesloten.
Controle van sensoren
Fout buitensensor
Wanneer de gemeten temperatuur lager is dan -25°C of hoger dan +80°C, dan wordt de storing gesignaleerd door de LED op de voorkant van het paneel van
de regelaar en wordt automatisch de waarde gebruikt die is ingesteld als vervangende buitentemperatuur (zie pag. 18) en knippert de LED afwisselend groen en
rood.
Fout aanvoersensor
Wanneer de gemeten temperatuur lager is dan 0°C of hoger dan 110°C, wordt de volgende status automatisch operationeel: pomp uit, mengventiel gesloten.
Op het display verschijnt "Voelerdefect Ta" en de LED knippert afwisselend groen en rood.
Herkenning optionele sensor
Als er geen optionele sensoren aangesloten zijn (ruimtesensor en retoursensor) geeft de regelaar hun afwezigheid aan met -X-.
Het systeem herkent de sensoren automatisch wanneer ze aangesloten zijn. Aangezien het om corrigerende sensoren gaat, wordt er geen alarm geactiveerd bij
slechte werking
Droogprogramma (voor vloer-, wand- plafondverwarming)
Nieuwe verwarmingsinstallaties op lage temperatuur moeten na een natuurlijke droogperiode geleidelijk aan worden verwarmd. Hiervoor kan het automatische
droogprogramma worden gebruikt. Dit programma moet worden geactiveerd in de functie "Stand-by".
De totale duur ervan is zeven dagen. De eerste drie dagen wordt de aanvoertemperatuur constant op 25°C gehouden. De overige vier dagen blijft de
aanvoertemperatuur constant op de waarde die is ingesteld in het menupunt "Ta-max." (niveau 4 menustructuur). Wanneer deze procedure bijna afgelopen is,
dient de droogfunctie te worden uitgeschakeld, anders herhaalt de regelaar hem automatisch.
In het geval van een stroomuitval tijdens het drogen hervat het programma de procedure automatisch vanaf het punt waarop deze onderbroken werd.
Procedure:
Niveau 0 / select
LET OP: Wanneer deze procedure is ingesteld, moet men nagaan of "Ta-max." aangepast dient te worden; de fabrieksinstelling
is 55°C (zie pag. 19).
Optimalisatie van het comfort en verlaging (manueel of zelflerend)
Voor dit bedrijfstype is aanwezigheid van de ruimtesensor vereist.
De optimalisatie maakt het mogelijk de overgang van verlaging naar comfort te vervroegen, zodat de effectieve wachttijden voor het bereiken van het gewenste
comfort zo veel mogelijk worden beperkt.
Deze functie kan op drie manieren werken:
Actief:
Aangezien de vervroegingstijd afhankelijk is van verschillende installatieparameters (vermogen, buiten- en ruimtetemperatuur, thermische uitwisseling, type
structuur enz.) dient er een gebouwconstante te worden ingesteld. Hier volgen enkele richtwaarden.
Richtwaarden gebouwconstante
- Gebouw met weinig warmteverlies: 400
- Fabrieksinstelling: 100
- Gebouw met fors warmteverlies: 50
Zelflerend:
In dit geval wordt de vervroeging van de activering bepaald door de regelaar. De aanbevolen maximale duur van het zelfleren is 10 dagen;
vóór het einde van deze 10 dagen moet van de bedrijfstoestand A = zelflerend worden overgegaan op
De verkregen gebouwconstante wordt automatisch ingevoerd in het menu-item van de werkstatus "Gebouwconst ....".
bedrijfstype / select met +/-
set met + of - / configuratie
select + wachtwoord
select met +/- cv-kring select /
met +/- droogprogramma / select
/set. ≠
met +/-
= uit;
= actief; A = zelflerend.
10
= actief

Advertenties

loading