7.5 Bekabeling
Schroef de stekkerafdekking met de in het leve-
ringspakket liggende Torx-schroeven M4x10 met
Steek de stekkers van toerentalsensor en trapas aan de mo-
een aanhaalmoment van 2,4 Nm +/- 0,2 Nm van
tor in de twee opnames, zoals getoond in de afbeelding.
onder aan de accuhouder.
Tot modeljaar 2021
U moet hierbij niet erop letten waar u welke stekker insteekt,
de motor erkend zelf op welke stekkerplaats welke sensor
zit.
Vanaf modeljaar 2022
De trapas evenals de stekkerplaats aan de motor hebben
een 5-polige stekker. De toerentalsensor is nog steeds 3-po-
lig. Hierdoor is te zien waar de trapas en de toerentalsensor
moeten worden aangesloten.
Toerentalsensor (3-polig)
Naargelang lengte en toegankelijkheid kunt u kabel op of
Trapas (5-polig)
naast de framebuis leggen. Indien nodig met kabelbinders
fixeren. Let bij het leggen en bevestigen van de kabel erop,
dat de kabel nooit de motor, pedalen en roterende onder-
delen mag aanraken!
Anders bestaat het risico van kabelschade. Let er bovendien
bij fietsen met volledige suspensie op dat de kabel bij de
Afb. Vanaf modeljaar 2022
veerwerking niet gekneusd of afgewreven wordt.
12
7.6 Pendix crank
Voordat u de Pendix crank rechts aan de fiets monteert,
moet u de kettingbladen monteren.
Haal de kettingbladschroeven vast met een aan-
haalmoment van 9 Nm +/- 2 Nm.
De kettingbladen en pedalen maken geen deel
uit van het leveringspakket. U kunt deze compo-
nenten van uw fiets gebruiken, in zover de maten
voldoen aan de gegevens, zoals beschreven in
hoofdstuk 5.2 „Voorwaarden voor de inbouw".
Steek de Pendix crank met gemonteerde ket-
tingbladen en ingelegde ketting op het met vet
ingesmeerde vierkant. Bevestig de crank met de
meegeleverde crankbout met een aanhaalmo-
ment van 32 Nm +/- 2 Nm. Op de schroefdraad
is reeds een borgmiddel. Mocht er geen borg-
middel aanwezig zijn, neem daarvoor het vloei-
bare borgmiddel (gem. vast). Let op de correcte
positie van de Pendix crank ten opzichte van de
tegenover liggende crank.
De demontage van de Pendix eDrive gebeurt in omgekeerde
volgorde van de beschreven stappen.
Controleer voor de eerste rit de correcte en
32 Nm +/- 2 Nm
veilige functie van de schakeling. De kettingbla-
den kunnen een ietsjes andere positie als voor-
dien hebben. Daardoor kan een nieuwe instelling
van de schakeling nodig worden. Rij alleen als
de schakeling feilloos functioneert. Controleer
of crank en ketting in alle versnellingen zich zon-
der aanraking binnen de kettingbescherming
bewegen.
Schakelingen zijn met de veiligheid verband
houdende componenten. Niet vakkundig uitge-
voerde werkzaamheden zijn een risico voor de
bedrijfsveiligheid van de fiets! Bij verkeerde in-
stellingen kan de fietsketting afvallen en kan een
valpartij veroorzaken.
Schroef nu het rechter pedaal in met een aanhaal-
moment van 35 Nm +/- 2 Nm met de wijzers van
de klok.
35 Nm +/- 2 Nm
Hiermee is de montage van de Pendix eDrive voltooid. Ga
a.u.b. door met Punt 8. Eerste ingebruikname.
8. Eerste ingebruikname
Na de eerste inbouw en het eerste inschakelen van de Pendix
start de motorsturing een automatische calibratiemodus.
De calibratiemodus wordt aangetoond door groen knippe-
ren van de LED display. Voor het calibreren rijdt u tijdens het
knipperen minstens 300 m met de fiets. In het begin wordt
NL
de aandrijving hierbij nog niet ondersteund. Probeer zo ge-
lijkmatig mogelijk te rijden. Zodra de aandrijving succesvol
gecalibreerd is, verandert de display in groen continue licht
en de motorhulp start. Voor het fijncalibreren a.u.b. nog ca.
1.000 m met ingeschakelde ondersteuning rijden.
Na de eerste ritten kan afhankelijk van het pro-
duct olie uit de motor vrijkomen. Dit is geen fout
en benadeelt niet de functionaliteit van de motor.
Dit is gewoon overtollig vet van de montage van
de afdichting en kan zomaar worden weggewist.
De calibratie van het systeem is alleen tijdens de
rit mogelijk. Op de montagestaander kan de cali-
bratie niet worden uitgevoerd.
13