GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schaarhefbrug
hefbrug stil staat op een lager niveau
dan moet het personeel er op letten
zich niet te stoten tegen delen van de
hefbrug of voertuig (Fig.9).
MOGELIJKE RISICO'S BIJ
BEWEGEN VAN HET VOERTUIG
Bewegingen
kunnen
veroorzaakt
worden tijdens werkzaamheden welke
voldoende kracht met zich meebrengen
om het voertuig te bewegen (Fig.10).
Als het voertuig bijna aan het maximale
gewicht of aan de maximale maat is,
kunnen bewegingen aan het voertuig
leiden tot overgewicht of onbalans.
RISICO POSITIONERING VOERTUIG
Dit risico kan veroorzaakt worden door
het niet goed plaatsen van het voertuig
op de draagrubbers (Fig.11) of het niet
goed plaatsen van de platformen in
verhouding tot het voertuig. Voorkom
dit door het voertuig altijd op zijn
krikopnamehefpunten te heffen en
daarnaast zoveel mogelijk in het
midden van de hefbrug te parkeren.
Let op: bij demontage van zware delen
(bv.motor
of
assen)
gewichtsverhouding veranderd !
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec-vlt.nl E-mail: info@autec-vlt.nl
Zet nooit spullen tegen de hefbrug en
laat deze nooit onder de geheven last
staan, dit kan het dalen belemmeren en
Fig.9
er voor zorgen dat het voertuig van de
hefbrug valt (Fig.12).
Betreedt nooit het voertuig en start
nooit de motor als deze op de hefbrug
staat (Fig.13).
Fig.10
RISICO'S DOOR ONVOLDOENDE
VERLICHTING De omgeving van de
hefbrug moet goed verlicht zijn conform
de wettelijke eisen welke op de plaats
van de installatie gelden.
RISICO'S GEBRUIK / ONDERHOUD
Autec gebruikt materiaal van de
hoogste kwaliteit in haar hefbruggen.
dat
de
Het gebruik moet geschieden volgens
de opgegeven normen en onderhoud
moet regelmatig worden uitgevoerd.
RISICO ELEKTROKUTIE
Gebruik geen stralen water, stoom,
oplosmiddelen of verf in de direkte
omgeving van de hefbrug en de
bedieningskast (Fig.14).
Autec-VLT Automotive Equipment
ASLP3506
Fig.11
Fig.12
Fig.13
UITGAVE 14-04-2015
UITGLIJDEN
Dit risico kan voorkomen worden door
morsen van olie en vet tegen te gaan in
de omgeving van de hefbrug (Fig.15).
Daarnaast moet eventueel gemorste
olie direct op een verantwoorde manier
verwijderd worden.
NL/TA-ASLP3506-5
Fig.14
Fig.15