Gasaansluiting
De gascilinder moet voorzien zijn van een geschikt
reduceerventiel. Als een gascilinder met reduceerventiel
stevig is geplaatst, sluit u de gasslang aan tussen het
reduceerventiel en inlaat van het lasapparaat. Zie punt
[17] in afbeelding 3.
WAARSCHUWING
Het lasapparaat is geschikt voor alle gebruikelijke
beschermgassen, zoals kooldioxide, argon en helium tot
een druk van maximaal 5,0 bar.
GMAW- en FCAW-SS-lassen
De CITOMIG 185MP en CITOMIG 210MP zijn geschikt
voor de lasprocessen GMAW en FCAW-SS.
De CITOMIG 210MP kent het synergetische GMAW-
proces.
Bij de CITOMIG 185MP en CITOMIG 210MP is geen
lastoorts voor GMAW- of FCAW-lassen inbegrepen. Deze
dient u afzonderlijk aan te schaffen (zie het hoofdstuk
"Accessoires").
Apparaat voorbereiden voor GMAW of
FCAW-SS
Stappen ter voorbereiding.
Bepaal de polariteit voor de gebruikte lasdraad.
Raadpleeg daarvoor de informatie van de lasdraad.
Sluit de uitvoer van het gasgekoelde pistool voor het
GMAW / FCAW-SS proces aan op de Euro-
aansluiting [7].
Afhankelijk
van
de
werkstukkabel [19] aan op de uitgaande aansluiting [8]
of [9]. Zie punt [25] voor het – wisselen van polariteit
op het aansluitblok.
Verbind de werkstukkabel met het werkstuk met de
werkstukklem.
Plaats de juiste lasdraad.
Plaats de juiste aandrijfrol.
Controleer dat het beschermgas indien nodig (bij het
GMAW-lasproces) is aangesloten.
Schakel het lasapparaat in.
Druk de toortsschakelaar in om lasdraad door te
voeren door de draadgeleider van de toorts, totdat de
draad eruit komt aan de zijde met het schroefdraad.
Installeer een geschikte contacttip.
Afhankelijk van het gekozen lasproces en type
lastoorts, moet een gascup geplaatst worden (voor
GMAW-proces) of een beschermkap (voor FCAW-SS-
proces).
Sluit het linker paneel weer.
De lasmachine is nu gereed voor het lassen.
Wanneer het principe van gezondheid eb veiligheid op
het werk bij het lassen wordt nageleefd, kan men nu
met lassen beginnen.
Nederlands
gebruikte
draad,
sluit
Handmatig ingesteld GMAW- en FCAW-
SS-lassen
Afhankelijk van het lasapparaat zijn in de handmatige
modus de volgende zaken instelbaar:
Lasspanning
Draadaanvoersnelheid (WFS)
Inductantie
Eenvoudig menu
Lasspanning
Draadaanvoersnelheid
(WFS)
2T / 4T
De 2T / 4T verandert de functie van de toortsschakelaar.
2T. Bediening van de schakelaar start en stopt het
lassen in een rechtstreekse reactie op de schakelaar.
Het lasproces vindt plaats als de toortsschakelaar
wordt ingedrukt.
4-T modus maakt jet mogelijk om door te gaan met
lassen als de toortsschakelaar wordt losgelaten. Om
de
te stoppen met lassen moet de toortsschakelaar
nogmaals worden ingedrukt. De 4-T modus maakt het
mogelijk om lange lassen te maken.
4T werkt niet bij het spot-lassen.
De burnbacktijd is de hoeveelheid tijd dat de lasuitvoer
doorgaat nadat de draad niet meer wordt aangevoerd, Het
voorkomt dat de draad blijft vastzitten in het lasbad en
maakt het uiteinde van de draad gereed voor de volgende
boogstart.
Inloop WFS stelt de draadaanvoersnelheid in vanaf het
moment dat de toortsschakelaar wordt tot er een boog is
gemaakt.
Spot-timer stelt de tijd bij dat het lassen doorgaat zelfs
als de toortsschakelaar nog steeds wordt ingedrukt.
Spot-Timer heeft geen effect in 4-T.
Voorgastijd stelt de tijd in dat er beschermgas stoomt
nadat de toortsschakelaar is ingedrukt en vóór de
aanvoer.
Nagastijd stelt de tijd in dat er beschermgas stoomt nadat
de lasuitvoer wordt uitgeschakeld.
14
CITOMIG 185MP
CITOMIG 210MP
Geavanceerd menu
Lasspanning
Draadaanvoersnelheid
(WFS)
Burnback
Aanvoersnelheid
aanloop (run-in)
Spot-tijd
Voorgastijd / nagastijd
2T / 4T
Inductantie
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
bij
Nederlands