Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Graco ULTRA MAX 795 Bedieningsinstructies pagina 5

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTRA MAX 795:
Inhoudsopgave

Advertenties

Defecten opsporen en verhelpen
DE MOTOR WERKT NIET (vervolg)
PROBLEEM
Elektrische problemen
(vervolg).
Zie het bedradingsschema op
blz. 23 met betrekking tot de
testpunten (TP).
WAT TE CONTROLEREN
Als alles bij de controle OK is, ga dan naar het volgende
punt
1 . Controleer dat de motordraden goed vast zitten en
connectoren goed in elkaar zitten.
2. Controleer op losse draden en klemmen van de
koolborstels. Zie blz. 9.
3. De borstellengte moet minimaal 13 mm zijn. Zie
blz. 9.
OPMERKING: Borstels slijten niet gelijkmatig snel
aan beide zijden van de motor. Controleer beide
borstels.
4. Kijk of de veren van de koolborstels niet gebroken
zijn of scheef zitten. Het opgerolde gedeelte van de
veer moet recht op de bovenzijde van de koolborstel
rusten. Zie blz. 9.
5. Controleer of de borstels niet klem zitten in de
houders. Zie blz. 9.
6. Kijk het motoranker na op ingebrande plekken,
inkervingen en overmatige ruwheid.
Zie blz. 9.
7. Kijk het motoranker na op kortsluiting; doe dit met
behulp van een ankertester of voer de draaitest uit.
Zie blz. 9.
8. De besturingskaart van de motor (104) door de dia-
gnosetest voor de besturingskaart van de motor op
blz. 12 uit te voeren. Als uit de diagnose blijkt dat de
kaart niet goed is, deze door een goede vervangen.
VOORZICHTIG: Deze controletest pas uitvoeren als
u bepaald heeft dat het motoranker goed is. Een
defect motoranker kan een goede kaart verbranden.
1. Stroomsnoer (79). Sluit een voltmeter aan tussen
TP1 (spanningsloos) en TP2. Steek de stekker van
het spuittoestel in het stopcontact. De meter moet
het volgende aangeven:
210- -250 V/AC bij modellen 232144, 145, 154.
100- -120 V/AC bij modellen 232148, 158.
90- -110 V/AC bij modellen 232156, 157.
Haal de stekker van het spuittoestel weer uit het
stopcontact.
2. De AAN/UIT-schakelaar (ON/OFF) (80). Sluit een
voltmeter aan tussen TP1 en de aansluiting TP3 op
de AAN/UIT-schakelaar. Steek de stekker in het
stopcontact en zet de schakelaar op ON (AAN).
De meter moet het volgende aangeven:
210- -250 V/AC bij modellen 232144, 145, 154.
100- -120 V/AC bij modellen 232148, 158.
90- -110 V/AC bij modellen 232156, 157.
Schakel het spuittoestel weer uit en haal de stekker
uit het stopcontact. Sluit TP3 weer aan.
3. De oververhittingsbeveiliging van de motor. Schakel
het spuittoestel UIT (OFF). Controleer met een ohm-
meter of TP4 en TP5 doorverbonden zijn.
4. Controleer alle klemmen op beschadiging of losse
verbindingen.
WAT TE DOEN
Als iets bij de controle niet OK is, kijk dan in deze
kolom
1. Vervang losse aansluitklemmen; krimp ze vast op
de draden. Zorg dat aansluitingen stevig vast
zitten.
Reinig de klemmen op de circuitkaart. Sluit de
draden weer goed aan.
2. Draai de klemschroeven aan. Vervang de bor-
stels als de draden beschadigd zijn. Zie blz. 9.
3. Vervang de koolborstels. Zie blz. 9.
4. Vervang de veer als hij kapot is. Lijn de veer weer
uit op de koolborstel. Zie blz. 9.
5. Reinig de borstelhouders. Verwijder koolaanslag
met een kleine schoonmaakborstel. Laat de
borsteldraden evenwijdig lopen aan de gleuf in de
borstelhouder om zeker te zijn van een vrije
verticale beweging van de borstels.
6. Verwijder de motor en laat een motorspecialist het
oppervlak van de collector bijwerken, indien
mogelijk. Zie blz. 16.
7. Vervang de motor. Zie blz. 16.
8. Vervang de kaart door een nieuwe drukregelings-
kaart (104). Zie blz. 12.
1. Vervang de voedingskabel.
2. Vervang de AAN/UIT-schakelaar. Zie blz. 11.
3. Als de oververhittingsbeveiliging (thermische
schakelaar) open is (geen doorverbinding), laat
dan de motor eerst afkoelen. Blijft de schakelaar
ook na afkoelen open moet u de motor vervan-
gen. Als de schakelaar na het afkoelen sluit,
corrigeer dan de oorzaak van de oververhitting.
4. Vervang beschadigde klemmen en sluit ze weer
stevig aan.
308842
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave