2.
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand te verminderen, zijn overstroombeveiligingsapparaten
(OCPD) nodig voor circuits die op de omvormer zijn aangesloten.
De gelijkstroom-OCPD wordt geïnstalleerd volgens de lokale vereisten. Alle fotovoltaïsche bron-
en uitgangscircuitgeleiders moeten onderbrekingsschakelaars hebben die voldoen aan NEC-
artikel 690, deel II. Alle eenfasige omvormers van Solis zijn voorzien van een geïntegreerde
Gelijkstroomschakelaar.
LET OP:
Risico op elektrische schokken. DEZE AFDEKKING NIET VERWIJDEREN. Het product bevat
geen onderdelen die u zelf kunt repareren. Laat onderhoud over aan gekwalificeerde en
geaccrediteerde onderhoudsmonteurs.
LET OP:
De fotovoltaïsche generator (zonnepanelen) levert een gelijkspanning bij blootstelling aan licht.
LET OP:
Risico op elektrische schokken door energie die is opgeslagen in condensatoren van de
omvormer. Verwijder de afdekking niet gedurende 5 minuten nadat alle stroombronnen zijn
losgekoppeld (alleen servicetechnicus). De garantie kan komen te vervallen als de afdekking
zonder toestemming wordt verwijderd.
LET OP:
De oppervlaktetemperatuur van de omvormer kan oplopen tot 75 ℃ (167 F).
Raak het oppervlak van de omvormer niet aan terwijl deze in werking is om het risico op
brandwonden te voorkomen. De omvormer moet buiten het bereik van kinderen worden
geïnstalleerd.
2.3 Kennisgeving voor gebruik
De omvormer is geconstrueerd volgens de geldende veiligheids- en technische richtlijnen. Gebruik de
omvormer in installaties die UITSLUITEND aan de volgende vereisten voldoen:
1.
Permanente installatie is vereist.
2.
De elektrische installatie moet voldoen aan alle toepasselijke voorschriften en normen.
3. Deomvormer moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in deze handleiding.
4. De omvormer moet worden geïnstalleerd volgens de juiste technische specificaties.
5. Om de omvormer op te starten, moet de hoofdschakelaar (wisselstroom) van het elektriciteitsnet zijn
ingeschakeld voordat de gelijkstroomisolator van het zonnepaneel wordt ingeschakeld. Om de omvormer
te stoppen, moet de hoofdschakelaar van het elektriciteitsnet (wisselstroom) worden uitgeschakeld voordat
de gelijkstroomisolator van het zonnepaneel wordt uitgeschakeld.
.6.
3.1 Scherm op het voorpaneel
Afbeelding 3.1 Scherm op het voorpaneel
3.2 Led-statisindicatorlichtjes
Er zijn drie LED-statusindicatielampjes op het voorpaneel van de omvormer. Linker ledlampje: POWER-
ledlampje (rood) geeft de stroomstatus van de omvormer aan. Middelste ledlampje: OPERATION-ledlampje
(groen) geeft de bedrijfsstatus aan. Rechter ledlampje: ALARM-ledlampje (geel) geeft de alarmstatus aan.
Zie tabel 3.1 voor details
Licht
Status
De omvormer kan gelijkstroom detecteren
AAN
VERMOGEN
Geen gelijkstroom of laag gelijkstroomvermogen
UIT
De omvormer werkt correct.
AAN
De omvormer is gestopt met het leveren van stroom.
BEDIENING
UIT
De omvormer is aan het initialiseren.
FLITSEN
Er is een alarm- of foutconditie gedetecteerd.
AAN
ALARMMELDING
De omvormer werkt correct, zonder fout of alarm.
UIT
Tabel 3.1 Statusindicatielampjes
3. Overzicht
Omschrijving
.7.