Gebruiksaanwijzing
De laadbak gebruiken
Laadbak ophalen
WAARSCHUWING
Als de laadbak tijdens het rijden omhoog staat,
bestaat de kans dat de voertuig gemakkelijker
omslaat of gaat rollen. De laadbak kan beschadigd
raken als deze tijdens het gebruik van het voertuig
omhoog staat.
• Gebruik het voertuig uitsluitend als de laadbak
is neergelaten.
• Nadat de lading is gestort, moet u de laadbak
neerlaten.
VOORZICHTIG
Als de achterkant van de bak belast is wanneer u de
vergrendelingen losmaakt, kan de bak onverwacht
openklappen en u of andere omstanders
verwonden.
• Belast indien mogelijk het midden van de bak.
• Houd de bak naar beneden en controleer of
niemand over de bak leunt of achter de bak
staat als u de vergrendelingen losmaakt.
• Verwijder de lading uit de bak voordat u de
bak omhoogbrengt voor onderhoud aan het
voertuig.
1. Zet de hendels aan beide zijden van de laadbak
omhoog en breng de laadbak omhoog (Figuur 10).
2
1
1. Hendel
2. Steunstang
2. Zet de steunstang in de borgsleuf om de laadbak
vast te zetten (Figuur 10).
Laadbak neerlaten
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd handen en andere lichaamsdelen uit de
buurt van de bak als u deze neerlaat.
Trek de steunstang uit de borgsleuf en laat de bak neer
totdat deze vastklikt in de vergrendelingen.
Vergrendelingen van de laadbak
instellen
Als de laadbak niet stevig is vergrendeld en tijdens het
rijden op en neer beweegt, kunt u de vergrendelstangen
instellen zodat de vergrendelingen goed vastzitten.
1. Draai de moer op het uiteinde van de
vergrendelstang los (Figuur 11).
6
3
g014860
Figuur 10
3. Borgsleuf