3
Werking van de verwarmingsinstallatie
3.4
Werkingsdruk controleren, eventueel verwarmingswater bijvullen en ontluchten
3.4.1 Wanneer moet u de bedrijfsdruk controleren?
Het pas bijgevulde verwarmingswater verliest in de
eerste dagen veel aan volume, aangezien het nog sterk
uitgast. Zodoende ontstaan luchtbellen, het
verwarmingswater begint een kolkend geluid te maken.
Controleer de bedrijfsdruk bij nieuwe
verwarmingsinstallaties eerst dagelijks, vul
eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de
radiatoren.
Controleer later de bedrijfsdruk maandelijks, vul
eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de
radiatoren.
3.4.2 Bedrijfsdruk controleren
De installateur heeft de rode wijzer van de manometer
ingesteld op de vereiste bedrijfsdruk (ten minste 1 bar
overdruk).
Controleer of de manometerwijzer binnen de groene
markering staat.
Wanneer de manometerwijzer onder de groene
markering komt, moet verwarmingswater worden
bijgevuld.
3.4.3 Verwarmingswater toevoegen en ontluchten
Laat u door uw verwarmingsinstallateur wijzen waar zich
bij uw verwarmingsinstallatie de vul- en aftapkraan voor
het bijvullen van het verwarmingswater bevindt.
GEVAAR VOOR DE GEZONDHEID
door verontreiniging van het drinkwater.
OPGELET!
Laat u door uw verwarmingsinstallateur
uitvoerig wegwijs maken hoe uw
verwarmingsinstallatie met water moet
vullen.
8
Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
2
1
Afb. 7
Manometer voor gesloten installaties
1 rode wijzer
2 manometerwijzer
3 groene markering
3