Volgende instellingen aan de bedieningseenheid
RC30/RC35 controleren of instellen:
– bedrijfssoort automatisch
– gewenste kamertemperatuur
– gewenste tapwatertemperatuur
– gewenst verwarmingsprogramma
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Informatie betreffende de bediening,
bijvoorbeeld de instelling van de
temperaturen, kan u vinden in de
voorschriften van de
bedieningseenheid.
3.2
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
Schakel de bedrijfsschakelaar op het regeltoestel uit
(stand "0"). Zodoende worden de verwarmingsketel
en alle componenten (zoals b.v. brander)
uitgeschakeld.
Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer.
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door vorst.
OPGELET!
Als de verwarmingsinstallatie niet in bedrijf
is, kan ze bij vorst bevriezen.
Laat de verwarmingsinstallatie, indien
mogelijk, ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de
verwarmingsinstallatie niet kan
bevriezen door eventueel de
verwarmings- en tapwaterleidingen
leeg te laten lopen op het laagste punt
van de installatie.
Warmtewisselaar leeg laten lopen.
3.3
Handelwijze in een noodsituatie
In een noodgeval, b.v. bij een brand, gaat u als volgt
tewerk:
Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen
veiligheid gaat vóór alles.
Sluit de hoofdkraan voor de brandstoftoevoer.
Schakel de cv-installatie via de
verwarmingsnoodschakelaar of via de betreffende
zekering stroomloos.
Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Werking van de verwarmingsinstallatie
Afb. 5
Bedieningseenheid (b.v. RC35, met geopende
afdekkap)
Afb. 6
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
3
7 747 011 453-17.1RS
7