Aansluitkabel tussen toestel en airco unit:
Dwarsdoorsnede aansluitkabels (mm²)
Temperatuursbereik
Codenummer
•
Het gebruik van een temperatuursensor is essentieel voor een goede werking van de module.
Volg deze installatie-instructies nauwgezet.
•
De sonde moet op de juiste plaats en op de juiste wijze worden gemonteerd voor een perfect
thermisch contact met het gemeten oppervlak.
•
Bevestig de sensor op de leiding d.m.v. de bevestigingstape. Gebruik indien nodig extra isolatie. Bij
installatie in een tank, snijd voorzichtig de plastic bescherming door en verwijder de sensor.
•
De sensor moet altijd elektrisch op de module zijn aangesloten. De module werkt niet zonder de
aangesloten sensor.
•
De maximale kabellengte van de sensor is 3m. Als u de lengte van de originele kabel moet
verlengen, volg dan de huidige aardingsprincipes om stroomlussen te voorkomen.
•
Als de sensor zich in een omgeving met elektromagnetische interferentie bevindt, raden we aan om
anti-EMI-ferrietelementen te gebruiken met een minimale impedantie van minstens 200
Ohm/100Mhz (bijv. type FLF-65B).
Montageplaats van de sensor:
•
Sensoren in systemen die alleen voor koeling worden gebruikt, moeten op het koudste deel van de
verdamper of op de retourleiding (gasleiding) van het koelmiddel worden geplaatst - positie A.
•
Voor wisselaars met een koel- en verwarmingsfunctie, wordt de sensor best gemonteerd ongeveer
in het midden van de lengte van de buis van de wisselaar - positie B.
Voorbeeld: AHU warmtewisselaar – koelmiddel/lucht
INSTALLATIE VAN DE TEMPERATUURSENSOR
(
B) Temperatuursensor
(Koeling en verwarming)
min 3x1,5 en max 3x 2,5
-30°C tot +60°C
IEC: 60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F
(A) Temperatuursensor
(Enkel Koeling)
Naar module