SMARTWELD JET
VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
5
Werkomstandigheden
Dit hoofdstuk beschrijft de werkomstandigheden die voor een correcte werking van de Smartweld Jet aanwezig moeten zijn.
OPMERKING
Als de werkelijke omstandigheden van de vereiste werkomstandigheden afwijken, mag de Smartweld Jet niet worden gebruikt.
Vóór de inbedrijfstelling van de Smartweld Jet moet altijd worden gecontroleerd of alle werkomstandigheden zijn vervuld.
MAAT
Omgevingstemperatuur (min.)
Omgevingstemperatuur (max.)
Luchtvochtigheid
Tabel 7: Werkomstandigheden
Bovendien moeten de volgende werkomstandigheden voor de Smartweld Jet en de toebehoren ervan worden vervuld:
•
De Smartweld Jet mag enkel in technisch intacte en gebruiksklare toestand worden in bedrijf gesteld.
•
De Smartweld Jet mag enkel worden gebruikt met stroomvoorzieningen met geaarde beschermingsleiding en FI-
beschermingsschakelaar of met isolatiebewaking met automatische scheiding.
•
De stroomvoorziening (toevoer) moet met een automatische stop worden uitgerust. De Smartweld Jet beschikt over geen
bescherming door een automatische stop van de stroomtoevoer.
•
De Smartweld Jet mag enkel op een gesloten spoor dat beveiligd is volgens de voorschriften van het spoorwegbedrijf worden
gebruikt.
•
De Smartweld Jet mag enkel met propaan met een zuiverheid volgens EN 589 (minst. 95 gewichtsprocent van propaan en
propeen) worden gebruikt.
•
De Smartweld Jet mag uitsluitend met voldoende beluchting en ventilatie worden gebruikt.
•
De Smartweld Jet mag niet worden gebruikt bij storm.
•
Om het binnendringen van vochtigheid te verhinderen moet er rekening worden gehouden met de werkplek.
WAARDE
-20 °C
+50 °C
niet-condenserende omgeving
Rev. 08/2023-07-07
Pagina 23 van 39