Over de bediening
Over de bediening
Bedieningselementen
KOL
B
Afb. 1
OK-toets, u bevestigt uw keuze of instelling
A
Symboolregel
B
U breekt een begonnen waarde-instelling af.
/
Cursor-toetsen
U bladert in het menu.
Rechts onder de symboolregel van het display wordt
aangegeven met welke toetsen de instellingen en
opvragingen gebeuren.
Symbolen op het display
De symbolen verschijnen niet steeds, maar afhankelijk
van de werkingstoestand van de installatie.
Symbool
Â
Ã
È
Ç
¨
+
¨
Ä
+
¨
Æ
SET
4
°C
A
Continue weergave
De installatie is in bedrijf.
Relais 1 is ingeschakeld.
De zonnecircuitpomp loopt.
Relais 2 is ingeschakeld.
De gewenste warmwatertemperatuur is
bereikt.
De vorstbeschermingsfunctie is actief.
—
Sensorfout:
Ä
Manuele werking:
Æ
U kunt de desbetreffende parameter wij-
zigen.
/
Cursor-toetsen
U stelt waarden in.
U gaat van het opvragingsniveau naar het instel-
niveau.
Knipperend
—
—
—
Collectorkoelfunctie, terugkoelfunctie ac-
tief
Gedaald onder collector-minimumtempe-
ratuur
Collectornooduitschakeling (collector-
grenstemperatuur is bereikt) of boiler-
nooduitschakeling actief
¨
¨
Wijzig de parameter met
/ .