3.4 Defecten verhelpen
• Trek altijd eerst de stekker uit het stopcon-
tact voordat u een klacht onderzoekt.
• De bladruimer start niet:
- Controleer of de aardlekschakelaar of de
stop in de meterkast de stroom niet heeft
uitgeschakeld. Schakel zo nodig de stroom
opnieuw in.
- Controleer of de stekkerverbindingen
goed zijn aangesloten en of er spanning
op het stopcontact aanwezig is.
- Controleer of het schoonmaakcompar-
timent goed is afgesloten en de kantel-
schroef volledig is ingedraaid. Indien
er vuil in de onderste groef zit, kan het
deksel niet goed worden gesloten. Bij een
niet volledig afgesloten compartiment zal
de bladruimer uit veiligheidsoverwegingen
niet werken.
• De bladruimer zuigt niet:
- Controleer of de opvangzak vol zit. Leeg
zo nodig de opvangzak.
- Controleer of de zuig-blaas-schakelaar in
de juiste positie staat en goed is vastge-
klikt.
- Controleer of de zuigmond is verstopt.
Natte bladeren kunnen een prop veroorza-
ken die de zuigmond of de afvoer verstopt.
- Wanneer de snelheidsregelaar niet op de
maximale stand staat is de bladruimer
niet krachtig genoeg om de opgezogen
bladeren te versnipperen.
- Verwijder eventuele verstoppingen uit
de zuigmond, of open het schoonmaak-
compartiment en verwijder hardnekkige
verstoppingen bij het vleugelrad of in de
afvoer.
• De bladruimer blaast niet:
- Controleer of de functieschakelaar in de
juiste positie staat en goed is vastgeklikt.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
4. onderhoud
• Voor elke controle- of onderhoudsbeurt
moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken.
• Het apparaat regelmatig schoonmaken en er
zorgvuldig mee omgaan; dit zal een goede
werking en een lange levensduur bevorde-
ren.
• Reinig na ieder gebruik de zuigmond, het
schoonmaakcompartiment en de opvangzak
grondig om schimmel en onaangename geur
te voorkomen.
• Ventilatie-openingen mogen niet verstopt
raken, deze regelmatig schoonmaken.
• Gebruik alleen een licht vochtige doek of
zachte borstel om het motorhuis en de gre-
pen schoon te maken. Geen grote hoeveelhe-
den water gebruiken.
• Spuit het apparaat nooit nat of spuit deze
nooit schoon.
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Overmatig vonken duidt meestal op versle-
ten koolborstels. Laat deze eventueel door
een erkend vakman vervangen.
5.Technische specificATies
Voltage
Wattage
Elektrische klasse
Toerental / minuut
Max. blaassnelheid
Max. zuigvermogen
Inhoud opvangzak
Versnipperverhouding
Gewicht
Geluidsniveau L
WA
Geluidsniveau L
PA
Vibratie in m/s²
230V -240V
3000 W
klasse II
8.000–13.000 / min
270 km/h
12 m3/min
45 liter
10 : 1
4,7 kg
104 dB(A)
90 dB(A)
5,3 m/s²
11