Download Print deze pagina

Dräger PP Series Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

saver
PP-serie met tweede middendrukconnector
Ademluchtvluchttoestel
Een omgeving met veilige ademlucht (zie paragraaf 3.3.1).
Een
aangewezen
verzamelruimte
ademluchtvoorziening (zie paragraaf 3.3.2).
3.3.1
Omgevingen met veilige ademlucht
WAARSCHUWING
Zet het gelaatsmasker pas af wanneer u in een veilige omgeving
met veilige ademlucht bent.
VOORZICHTIG
De uitrusting mag niet vallen of gegooid worden om beschadiging
te vermijden.
Zodra u in een omgeving met veilige ademlucht bent:
1. Verwijder het volgelaatsmasker en blijf normaal ademen.
2. Druk op de resetknop (afb. 2, item 1) om de luchtstroom via de
ademautomaat uit te schakelen.
3.3.2
Aangewezen verzamelruimte
WAARSCHUWING
De luchtkwaliteit van de ademluchtvoorziening dient te voldoen
aan de eisen voor ademlucht conform EN12021.
De luchttoevoerdruk naar de tweede middendrukconnector mag
niet hoger zijn dan 10 bar. Sluit geen toevoerslang aan naar lucht
onder hoge druk. Gebruik van een luchttoevoer die niet voldoet
aan de eisen aan luchtkwaliteit, druk en volumestroom, kan ernstig
of dodelijk letsel bij de gebruiker veroorzaken.
Wanneer de tweede middendrukconnector in een mogelijk
gecontamineerde omgeving wordt gebruikt, dient u ervoor te
zorgen dat alle koppelingen vrij zijn van contaminanten, voordat
slangen aangesloten worden.
Alternatieve ademluchtbron met middendruk:
Drukwaarde en volumestroom: 6 tot 10 bar bij een luchtvolumestroom van
minimaal 550 liter/minuut.
1.
Neem de tweede middendrukconnector (afb. 3, item 1) uit de draagtas en
verzeker u ervan dat de aansluiting voor de ademlucht compatibel is met
saver
de connector op de
PP.
2. Verwijder de beschermkapjes, verzeker u ervan dat de slangen niet
verbogen of geknikt zijn en druk de koppelingen in elkaar tot u een klik
hoort.
De luchttoevoer naar de drager vanuit de alternatieve ademluchtbron
start onmiddellijk. Afhankelijk van de toevoerdruk van de alternatieve
bron, kan ook de resterende lucht in de
worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Zodra de drager aangesloten is op een alternatieve ademluchtbron
met middendruk, is verder gebruik van de
ontsnapping niet mogelijk. Verbreek niet de koppeling met de
alternatieve ademluchtbron tot de lucht in de verzamelruimte veilig
ingeademd kan worden of een andere ademvoorziening
beschikbaar is.
3. Verbreek – zodra dat mogelijk is – de verbinding met de alternatieve
saver
ademluchtbron en verwijder de
paragraaf 3.3.1.
3.4
Na gebruik
Na elk gebruik moet het product gecontroleerd worden en vervolgens
teruggebracht worden in een gebruiksklare toestand. De onderhoudstaken
na het gebruik (zie paragraaf 4.1.2) moeten door daarvoor opgeleid
onderhoudspersoneel of Dräger worden verricht om het product voor te
bereiden voor gebruik.
4
Voorbereiding en onderhoud van de
saver
PP
De taken in dit gedeelte moeten verricht worden om de
gebruiksklare toestand te brengen en te onderhouden.
4.1
Onderhoudsintervallen
4.1.1
Dagelijkse controles
Het is van essentieel belang dat ontsnappingsuitrusting te allen tijde
gebruiksklaar is. Om die reden adviseert Dräger een dagelijkse controle.
Wanneer een risicoanalyse van de klant in zijn concrete situatie aangeeft
dat minder frequente controles aanvaardbaar zijn, kan het interval worden
verlengd tot maximaal 1 maand. Het is de verantwoordelijkheid van de
klant om veilig te stellen dat de uitrusting op elk willekeurig moment gereed
is om gebruikt te worden.
Controleer of de wijzer van de cilinderdrukmeter binnen de groene
zone staat. Vul de cilinder, indien de wijzer in de rode zone staat (zie
paragraaf 4.2.5).
Controleer de verzegeling(en) aan de klep van de draagtas (afb. 4).
Wanneer een verzegeling verbroken is, dient u het ter zake kundige
onderhoudspersoneel of Dräger per omgaande te informeren.
4.1.2
Onderhoudstabel
Voer tests en onderhoud uit op het ademluchttoestel volgens
onderstaande tabel. Dit geldt ook voor ademluchttoestellen die niet
gebruikt worden. Noteer alle onderhouds- en testgegevens. Lees ook de
gebruiksaanwijzing voor de ademautomaat, het gelaatsmasker en andere
bijbehorende apparatuur.
Om aan de nationale regelgeving van het land waar het ademluchttoestel
gebruikt wordt te voldoen, kunnen extra controles en tests noodzakelijk
zijn.
Onderdeel/
Taak
Systeem
Volledige
Visuele inspectie (zie opm. 1
uitrusting
en paragraaf 4.2.1)
Lekkagetest (zie
paragraaf 4.2.6)
Functietesten (zie opm. 2)
Dow Corning
®
en Molykote
®
zijn geregistreerde handelsmerken van Dow Corning Corporation
Onderdeel/
met
een
compatibele
Systeem
O-ring
ademautomaat
Drukregelaar
Afsluiter
Cilinder
Opmerkingen
 Adviezen Dräger
1. Reinig de apparatuur als die vuil is. Als de apparatuur is blootgesteld
aan vervuiling, desinfecteer dan alle componenten die rechtstreeks en
langdurig in aanraking komen met de huid.
2. Deze onderhoudstaken mogen alleen worden uitgevoerd door Dräger-
personeel of door Dräger opgeleid servicepersoneel. Informatie over
de diverse taken is te lezen in de technische handleiding die aan
servicepersoneel wordt uitgereikt dat een Dräger-cursus in onderhoud
en reparatie heeft bijgewoond.
3. Als richtlijn dient u het smeermiddel te voelen op uw vingers, maar niet
te zien. Als opnieuw smeren nodig is, breng dan lichtjes Dow Corning
Molykote
®
de apparatuur beschadigen).
4.2
Onderhoudstaken
4.2.1
Visuele inspectie
Verricht
een
ademluchttoestel, inclusief onderdelen en accessoires. Controleer dat het
apparaat schoon en onbeschadigd is, en besteed specifiek aandacht aan
de pneumatische onderdelen, slangen en verbindingen. Typische tekenen
van beschadiging die het functioneren van de ademluchttoestel kunnen
beïnvloeden zijn een botsing, slijtage, snijschade, corrosie en verkleuring.
saver
Meld vuile of beschadigde uitrusting aan het ter zake kundige
PP-luchtcilinder
onderhoudspersoneel of Dräger en gebruik de uitrusting niet tot de
defecten/fouten hersteld zijn en het product gereinigd is.
4.2.2
Plaatsing van de cilinder
1. Controleer of de wijzer van de cilinderdrukmeter binnen de groene zone
saver
PP voor een
staat (volledig gevuld tot 200 bar).
2. Controleer of de schroefdraden van de ventielpoort en het
drukreductiehandwiel onbeschadigd zijn, of de O-ring (afb. 8, item 1)
op zijn plek zit en onbeschadigd is.
3. Lijn de drukregelaar zoals afgebeeld in afb. 9 en schroef deze
handvast in het cilinderventiel. Zorg ervoor dat de drukregelaar
volledig in het cilinderventiel is geschroefd (schroefdraad mag niet
zichtbaar zijn).
PP zoals toegelicht in
4. Voer de lekkagetest uit (zie paragraaf 4.2.6).
5. Druk op de resetknop (afb. 2, item 1) om veilig te stellen dat de
ademautomaat uitgeschakeld is.
6. Trek het elastische hoofdbandenstel van het volgelaatsmasker over
de voorzijde van het masker (afb. 10).
AANWIJZING
Let erop dat het maskervizier naar boven ligt in een zachte
draagtas en omlaag ligt in een harde draagtas.
Laat rubberen slangen zo lopen dat de buigingshoek niet te klein
is en de slang niet wordt uitgerekt, samengedrukt of verdraaid.
saver
PP in een
7. Plaats de cilinder en het masker als volgt in de tas:
Zachte draagtas:
i.
Plaats de cilinder helemaal in de draagtas.
ii. Positioneer de drukmeterafdekking in het uitgesneden
gedeelte in de zijkant van de draagtas.
iii. Bevestig de klittenband rond de cilinder.
iv. Plaats het volgelaatsmasker in de draagtas en zorg ervoor dat
de hoofdbandjes (afb. 11, item 1) van het masker zoals
afgebeeld vlak en opgevouwen rond de cilinder liggen.
Harde draagtas:
i.
Plaats de cilinder in de volledig geopende draagtas (afb. 12)
en bevestig de nekband zoals weergegeven.
ii. Sluit de draagtas en zorg ervoor dat de drukmeter binnen zijn
houder blijft zitten.
iii. Draai de bevestigingsschroeven in (afb. 13) (5 mm
zeskantsleutel en 10 mm dop benodigd). Dräger adviseert een
aandraaimoment van 2 Nm. De nylon in de borgmoer moet
wrijving met de schroefdraad vertonen – wordt deze wrijving
niet gevoeld, dan moet een nieuwe M6 borgmoer worden
gebruikt.
iv. Plaats het deksel terug in de sleuf in de tas.
v. Plaats het volgelaatsmasker in de draagtas (afb. 14).
8. Zet de klep vast aan de klittenbandstrip en laat daarbij een opening vrij
waar u nog een hand in kunt steken. Let op dat u de borgclip van het
reduceerventiel niet lostrekt en maakt de veerclip (afb. 1, item 2) aan
de D-ring (afb. 1, item 1) vast.
9. Plaats de verzegeling(en) en sluit de klep (afb. 4).
4.2.3
Verwijdering van de cilinder
WAARSCHUWING
Het vrijkomen van lucht onder hoge druk kan letsel veroorzaken aan
de gebruiker of ander personeel in de buurt van het ademluchttoestel.
Zorg ervoor dat de borgclip in het reduceerventiel geplaatst is en
Na
Elk
Elke
ontlucht het systeem volledig, voordat u probeert om de
gebruik
jaar
10 jaar
ademluchtcilinder los te koppelen.
Wanneer het reduceerventiel open ligt naar de atmosfeer (niet
aangesloten op het drukreduceerventiel of een vuladapter), mag u
de borgclip niet verwijderen, tenzij de cilinder op dat moment reeds
volledig leeg is. Wordt de borgclip verwijderd, dan wordt de
cilinderlucht meteen onder hoge druk uitgeblazen. Zie paragraaf
4.2.4 voor de volledige leging van de cilinder.
Taak
Na
Elk
gebruik
jaar
Indien nodig controleren en
smeren (zie opmerking 3)
Basisrevisie. Neem contact
op met Dräger voor de
Repair Exchange Service
(REX)
Basisrevisie. Neem contact
op met Dräger voor de
Repair Exchange Service
(REX)
Vullen tot de correcte druk
(zie paragraaf 4.2.5)
Druktest en hercertificering
Uitvoeren conform de
van de cilinder; controleer
nationale voorschriften
de testdatum op de cilinder
111 aan (andere smeermiddelen zijn niet getest en kunnen
visuele
inspectie
en
controleer
het
Gebruiksaanwijzing
1. Wanneer de draagtas gesloten is, verbreekt u de verzegeling(en) en
Elke
opent u voorzichtig de klep. Zorg ervoor dat de borgclip (afb. 1, item 3)
10 jaar
in het reduceerventiel blijft zitten.
2. Maak de borgpen (afb. 1, item 2) los van de D-ring (afb. 1, item 1) en
open de klep daarna helemaal.
3. Verwijder het volgelaatsmasker uit de draagtas.
4. Druk in het midden van de ademautomaat (afb. 2, item 2) om het
systeem volledig te ontluchten.
5. Verwijder de ademluchtcilinder als volgt:
Zachte draagtas: maak de klittenband los en verwijder voorzichtig
de cilinder.
Harde draagtas: verwijder de schroeven uit de behuizing (afb. 13)
(5 mm zeskantsleutel en een 10 mm dop noodzakelijk), open de
draagtas volledig en verwijder voorzichtig de cilinder. Verwijder
het deksel uit de sleuf in de tas.
6. Koppel het drukreduceerventiel los van het reduceerventiel.
4.2.4
Volledig legen van de ademluchtcilinder
1. Zorg ervoor dat het drukreduceerventiel op het reduceerventiel
aangesloten is.
2. Verwijder de borgclip uit het reduceerventiel (afb. 15).
3. Druk in het midden van de ademautomaat (afb.2, item 2) en laat de
cilinder helemaal leeglopen. Richt de luchtstraal niet direct op het
gezicht, de ogen of de huid.
4.2.5
Vullen ademluchtcilinder
WAARSCHUWING
De luchtkwaliteit voor ademluchtcilinders dient te voldoen aan de
eisen voor ademlucht volgens EN12021.
De vulaansluiting is een G5/8 connector volgens EN 144-2.
Lees de instructies voor de cilinder en het vulapparaat voor het vullen
van een ademluchtcilinder.
Vul alleen ademluchtcilinders:
®
die aan de nationale normen voldoen.
waarop de oorspronkelijke testdatum en testmarkering van de
producent aangebracht zijn.
die de op de cilinder vermelde, door het laatste teststation
aangebrachte testdatum nog niet overschreden hebben.
die niet beschadigd zijn.
Dräger adviseert een vulsnelheid van 27 bar/minuut (snel vullen
verhoogt de temperatuur hetgeen resulteert in een onvolledige
volledige
vulling).
Om overvullen van de cilinder te vermijden, adviseert Dräger het
gebruik van een drukbegrenzing op de vulcompressor.
1. Verwijder de cilinder (zie paragraaf 4.2.3).
2. Sluit de vuladapter op het reduceerventiel aan (afb. 16).
3. Wanneer er nog steeds druk op de cilinder staat, moet u de
vulleidingdruk bij benadering afstemmen op de cilinderdruk.
4. Verwijder de borgclip uit het reduceerventiel (afb. 15).
5. Vul de cilinder tot de nominale werkdruk van de cilinder (200 bar).
De compressie van de cilinderlucht kan tijdens het vullen een
kleine temperatuurverhoging veroorzaken die resulteert in een
onvolledige vulling. Vul indien nodig de cilinder nog na, als deze
afgekoeld is.
6. Plaats de borgclip terug, zodra de cilinder volledig gevuld is. Druk de
knop omlaag tegen de veerkracht in en plaats de borgclip in de sleuf
(afb. 17). Verzeker u ervan dat de knop in de geborgde (onderste)
positie blijft staan.
7. Laat de druk uit de vulslang ontsnappen en verwijder vervolgens de
vuladapter van het ventiel.
8. Plaats de cilinder terug in de draagtas (zie paragraaf 4.2.2).
4.2.6
Lekkagetest
WAARSCHUWING
Wanneer een ademtoestel niet voldoet aan de in de lekkagetest
beschreven normen of parameters of wanneer er een acute
lekkage waarneembaar is, is er sprake van een systeemfout. Meld
de storing aan getraind onderhoudspersoneel of neem contact op
met Dräger. Gebruik het ademluchttoestel niet totdat de storing is
verholpen.
1. Controleer of de wijzer van de cilinderdrukmeter binnen de groene
zone staat.
2. Druk op de resetknop (afb. 2, item 1) om veilig te stellen dat de
ademautomaat uitgeschakeld is.
3. Verwijder de borgclip uit het reduceerventiel om het systeem onder
druk te zetten en plaats daarna de borgclip terug. Druk de knop
omlaag tegen de veerkracht in en plaats de borgclip in de sleuf
(afb. 17). Verzeker u ervan dat de knop in de geborgde (onderste)
positie blijft staan.
Er mag geen hoorbare lekkage zijn. Wanneer er een lekkage
aanwezig is, moet u dit onderzoeken en de lekkage herstellen
voordat het product wordt gebruikt. Gebruik zo nodig een
zeepoplossing om de lekkage te lokaliseren.
4. Druk op de frontknop (afb. 2, item 2). Er zal een kleine hoeveelheid
lucht uit het systeem ontwijken.
5. Druk op de resetknop (afb. 2, item 1) om de luchtstroom via de
ademautomaat uit te schakelen.
4.3
Reinigen en desinfecteren
VOORZICHTIG
Het ademluchttoestel mag niet bij een hogere temperatuur dan 60
°C worden gedroogd. Haal onderdelen direct na drogen uit de
droger. De droogtijd in een droger dient niet langer te zijn dan 30
minuten.
Dompel elektrische of elektronische onderdelen niet onder in
schoonmaakoplossingen of water.
Indien
water
achterblijft
pneumatische systeem van het ademluchttoestel (zoals de
ademautomaat), zal het gebruik worden gehinderd. Voorkom het
binnendringen van vloeistoffen en droog het ademluchttoestel
zorgvuldig nadat u het heeft schoongemaakt om te voorkomen dat
dit gebeurt.
Raadpleeg voor informatie over geschikte reinigings- en
desinfectiemiddelen en hun specificaties document 9100081 op
www.draeger.com/IFU.
Lees
ook
de
gebruiksaanwijzing
gelaatsmasker en andere bijbehorende apparatuur.Middelen voor reinigen
en desinfecteren:
Gebruik alleen schone, pluisvrije doeken.
en
vervolgens
bevriest
in
het
voor
de
ademautomaat,
het
3360397 (A3-D-P) Pagina 2 van 3

Advertenties

loading