6
| Installatie
3.3
Transport en opslag
De Topvex SR/TR dienen zo te worden opgeslagen en getransporteerd dat de units tegen fysieke schade worden be-
schermd die tot beschadiging van panelen, handgrepen, display enz. kan leiden. De units dienen te worden afgedekt,
zodat stof, regen en sneeuw niet in de units kunnen komen en de onderdelen ervan beschadigen. De unit wordt in één
stuk met alle benodigde onderdelen in plastic verpakt op een pallet geleverd voor eenvoudig transport.
Gebruik voor het transport van de Topvex SR/TR-units een vorkheftruck en steek de vorken aan de korte kant in.
Waarschuwing
De unit is zwaar. Wees voorzichtig bij transporteren en monteren. Draag beschermende kleding.
4
Installatie
4.1
Uitpakken
Controleer voorafgaand aan de installatie of alle bestelde onderdelen zijn geleverd. Eventuele afwijkingen moeten wor-
den gemeld bij de leverancier van uw Systemair vestiging.
4.2
Waar/hoe te installeren
Plaats de unit op een horizontaal vlakke ondergrond. Het is belangrijk dat de unit volledig waterpas staat, voordat deze
in bedrijf wordt gesteld.
Plaats de unit bij voorkeur in een aparte ruimte (bijv. een opslag- of wasruimte, zolder, enz.).
Topvex SR 09, 11 kan buitenshuis worden geïnstalleerd, mits beschermd tegen weersinvloeden. Een buitenluchtge-
deelte, ODS, is verkrijgbaar als accessoire.
Als de unit wordt geïnstalleerd op een koude locatie, is het belangrijk dat de unit niet wordt uitgeschakeld via de hoofd-
schakelaar. Zolang de netspanning ingeschakeld is, blijft de schakelkast warm - ook in koude omstandigheden.
Houd er bij het kiezen van de locatie rekening mee dat de unit periodiek onderhoud vereist en dat de inspectiedeuren
daarom goed toegankelijk moeten zijn. Laat ruimte over om de deuren te openen en de hoofdonderdelen te verwijde-
ren (Figuur 1 en Figuur 2).
Plaats de unit niet tegen een wand, want laagfrequente geluiden kunnen trillingen in de wand veroorzaken, zelfs als
het geluidsniveau van de ventilator acceptabel is. Indien dit niet mogelijk is, dient de wand goed geïsoleerd te worden.
De buitenluchtinlaat van het gebouw moet bij voorkeur op de noord- of oostgevel van het pand worden aangebracht
en uit de buurt van andere afvoeren, zoals die van keukenafzuigkappen of wasruimten.
12559313 | A003