Figuur 12
7. Herhaal stap
2
tot
bevestiging aan het andere uiteinde van het
ondersteuningsprofiel
Monteren van de werklampen op
de bevestiging
1. Lijn de linker en rechter werklampen uit met de
gele lenzen naar buiten zoals in
Figuur 13
1. Gele lenzen (werklampen)
2. Monteer een gekartelde dop en kogelkop op het
tapeind van een werklamp
6
voor de werklamp-
(Figuur
11).
Figuur
13.
(Figuur
14).
1. Tapeind (werklamp)
2. Gekartelde dop
g208157
3. Kogelkop
3. Monteer de werklamp in het gat in de flens van
de werklamp-bevestiging
gekartelde dop, kogelkop en borgmoer (10 mm),
en draai de lamp handvast.
Opmerking:
vast om een ingestelde positie te handhaven,
maar zo dat de gebruiker de stand van de lamp
nog kan instellen.
4. Herhaal stap
andere uiteinde van de lamp-bevestiging.
5. Steek de connector met 6 bussen
gemerkt
RICHTINGAANWIJZER RECHTS
/
VOOR
RIJVERLICHTING
/
TURN
RUNNING LIGHT
met 6 bussen gemerkt
RECHTS VOOR
/
TURN
RUNNING LIGHT
pennen van de werklampen
g207936
8
Figuur 14
4. Borgmoer (10 mm)
5. Flens (werklamp-
bevestiging)
(Figuur
14), met een
Draai de werklamp voldoende
2
en
3
voor de werklamp aan het
(
RIGHT FRONT
) en de connector
RICHTINGAANWIJZER
/
(
RIJVERLICHTING
RIGHT FRONT
) in de connectors met 6
(Figuur
g207892
15).