4 Selecteer in het dialoogvenster Cartridges uitlijnen de
5 Klik op OK wanneer u voor alle patronen een nummer
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Klik op Spuitopeningen reinigen op het tabbad
De inkt wordt door
de spuitopeningen
gedrukt en er
worden lijnen
afgedrukt in de
kleuren cyaan,
magenta, geel en
zwart (hier alleen
in grijstinten weer-
gegeven). Als een
van deze kleuren
niet wordt afge-
drukt, moet u
waarschijnlijk de
cartridge vervan-
gen.
3 Vergelijk de diagonale lijnen boven de afgedrukte balken
nummers van de patronen die het dichtst rechte lijnen
benaderen.
hebt ingevoerd.
De spuitopeningen reinigen
Cartridges van Printerbeheer. Zie pagina 21 voor meer
informatie.
Er wordt een vel papier ingevoerd en een testpagina
afgedrukt die lijkt op de afgebeelde pagina:
met de diagonale lijnen onder de afgedrukte balken.
Controleer of de diagonale lijnen boven de balken onder-
brekingen bevatten. Onderbroken lijnen duiden op ver-
stopte spuitopeningen.
• Als de onderste lijnen nog onderbroken zijn, voert u de
test nog twee keer uit. Als de afdrukkwaliteit naar wens is
nadat u de test driemaal hebt uitgevoerd, dan zijn de
spuitopeningen schoon.
Onderbroken lijnen aan
de bovenzijde van de
pagina duiden op ver-
stopte spuitopeningen.
Als de lijnen aan de on-
derzijde van de pagina
ononderbroken zijn, zijn
de spuitopeningen goed
gereinigd.
Onderhoud van de printer
•
•
25
•
•
•