Pagina 1
Gebruikershandleiding Kenmerken van dit product Vóór gebruik Installatie Basisbediening Gebruik van het printerstuurprogramma Labels maken en afdrukken Geavanceerd gebruik Onderhoud Probleemoplossing Specificaties Bijlage M00107704NL Rev.E...
Kenmerken van dit product De TM-C3500 is een vierkleuren-inkjetlabelprinter die de verwerkingssnelheid, de bedieningsmogelijkheden en de betrouwbaarheid biedt die vereist zijn voor het on-demand afdrukken van labels. Ondersteuning voor uiteenlopende Uitstekende bruikbaarheid papiersoorten Het product kan gebruikt worden met De printerstatus wordt aangegeven via de...
Inhoudsopgave Kenmerken van dit product..2 ■ Inhoudsopgave .............. 3 U"Rolpapier laden en vervangen" op pagina 46 Vóór gebruik ......... 6 ■ Handleidingen voor dit product ......6 De meest recente versie downloaden.......6 Symbolen in deze gids............7 ■ Inleiding tot de software ..........8 ■...
Pagina 4
■ De voeding aansluiten ..........31 ■ Randloos afdrukken............89 ■ De interfacekabel aansluiten ........32 ■ Het printerstuurprogramma verwijderen ..90 Het IP-adres instellen ............32 ■ Rolpapier laden............32 Labels maken en afdrukken ..91 ■ De onderhoudsbox installeren ......33 ■ De inktpatronen installeren ........35 ■...
Pagina 5
Continu papier (zwarte markeringen) en Probleemoplossing ....145 kettingpapier.................184 Label op paginagrootte en rolpapier ......186 ■ Berichten op het bedieningspaneel....146 Gestanst label (openingen) en rolpapier ....188 Gestanste labels (zwarte markering) en rolpapier...190 ■ Problemen met de afdrukkwaliteit....149 Gestanste labels (zwarte markering) en kettingpapier Horizontale witte strepen..........151 ....................192 Witte of zwarte strepen bij de randen ......151...
De meest recente versie van het printerstuurprogramma, hulpprogramma's en handleidingen kan gedownload worden vanaf de volgende URL's. Klanten in Noord-Amerika kunnen gebruik maken van de volgende website: <https://www.epson.com/support/> Klanten in andere landen en regio’s kunnen gebruik maken van de volgende website: <https://www.epson-biz.com/?service=colorworks>...
Symbolen in deze gids In deze gids worden de volgende symbolen gebruikt om belangrijke informatie aan te duiden. Symbolen voor veiligheid In deze handleiding worden de onderstaande symbolen gebruikt om veilig en juist gebruik van dit product te garanderen, en om gevaar voor u en andere personen en eigendomsschade te voorkomen.
Inleiding tot de software Hieronder volgt inleidende uitleg over de software die geïnstalleerd kan worden vanaf de cd die met het product is meegeleverd (TM-C3500 Series Set-Up and Utilities Disc). Naam Overzicht TM-C35xx Printer Driver Stuurprogramma voor afdrukken vanuit Windows- (Stuurprogramma voor de TM-C35xx) toepassingen.
Versie van product en stuurprogramma Tenzij anders is aangegeven, geldt de uitleg in deze handleiding voor de volgende versies. Firmware van product: WAM31000 of later Printerstuurprogramma: Ver.2.0.0.0 of later De productversie controleren U kunt controleren welke firmwareversie het product gebruikt door een afdrukzelftest uit te voeren.
Afhankelijk van het gebruikte product en het besturingssysteem kunnen de schermafbeeldingen in deze handleiding verschillen van de schermen die u in Windows ziet. Tenzij anders is aangegeven, zijn de schermafbeeldingen in deze handleiding die van de TM-C3500 in Windows 7. Veiligheidsmaatregelen Lees deze handleiding en de andere instructiehandleidingen die met het product geleverd worden voordat u het product gebruikt, zodat u het veilig kunt gebruiken.
Als een afwijking optreedt, zet dan onmiddellijk de stroom uit, haal de stekker uit het stopcontact, en neem contact op met uw leverancier of een servicecentrum van Seiko Epson voor advies. Het product onmiddellijk uitschakelen als een voorwerp of water of andere vloeistof in het product terechtkomt.
Sta niet toe dat iemand op het product staat of er zware LET OP objecten op plaatst. Wees in het bijzonder voorzichtig als er kinderen aanwezig zijn. De apparatuur kan defect raken of in elkaar klappen, wat breuk en eventueel letsel kan veroorzaken. Installeer de kabels en optionele producten in de juiste richting en op de juiste manier.
Pagina 13
Steek de stekker stevig helemaal in het stopcontact. WAARSCHUWING De stekker niet stevig in het stopcontact steken kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Zorg ervoor dat uw netsnoer voldoet aan de veiligheidsnormen van de locatie waar u het product wilt gebruiken.
Waarschuwingen betreffende inktpatronen Welke inktpatronen gebruikt kunnen worden, verschilt LET OP naargelang het modelnummer van het product. Gebruik inktpatronen die geschikt zijn voor het modelnummer van uw printer. (U "Inktpatroon" op pagina 203) Raak de IC-chip op de inktpatroon niet aan. Het is mogelijk dat normaal gebruik en afdrukken daardoor onmogelijk worden.
Pagina 15
Inktpatronen niet demonteren of wijzigen. LET OP Het is mogelijk dat normaal afdrukken daardoor onmogelijk wordt. Het gebruik van oude inktpatronen kan resulteren in een verminderde afdrukkwaliteit. Inktpatronen binnen zes maanden na opening van de verpakking gebruiken. De gebruiksperiode voor inktpatronen wordt vermeld op de verpakking of op de afzonderlijke inktpatronen.
Kies en gebruik papier dat geen afdrukvlekken veroorzaakt. Bewaar de inktpatronen buiten bereik van kinderen. Epson raadt aan om inktpatronen op een koele en donkere plek te bewaren. Als u inktpatronen wilt gebruiken die gedurende langere koel waren opgeslagen, laat ze dan ten minste 3 uur op kamertemperatuur komen voordat u ze gebruikt.
Pagina 17
Om te voorkomen dat uw vinger knel raken, wordt het LET OP vergrendelingsmechanisme geactiveerd om het sluiten van de kap te stoppen tot het toestel van het installatieoppervlak wordt opgetild. Installeer het product voor gebruik op een horizontaal oppervlak. (U "Installatie"...
Geschikte papiersoorten De volgende papiervormen en -formaten kunnen met de printer gebruikt worden. Voor de gedetailleerde specificaties, raadpleeg "Papierspecificaties" op pagina 169. Papiervormen De volgende papiervormen kunnen gebruikt worden. Rolpapier Kettingpapier Papierformaten De volgende papierformaten kunnen gebruikt worden. Gewoon papier (zonder lijm) Continu papier Continu papier (zonder zwarte markeringen)
Onderdeelnamen en functies In dit gedeelte worden de voornaamste bedieningsonderdelen beschreven. Voorzijde -knop (aan/uit) Zet de printer aan/uit. (U "In-/uitschakelen" op pagina Ontgrendelingshendel Trek deze hendel naar u toe om de papierrolkap te openen. Vergrendelingshendel (papieruitvoergeleiders) Druk deze hendel omlaag om de papieruitvoergeleiders af te stellen. Trek deze hendel omhoog tot hij vastklikt om de papieruitvoergeleiders op hun plaats vast te zetten.
Inktpatronenkap Open deze kap om inktpatronen te plaatsen/verwijderen. (U "De inktpatronen installeren" op pagina Papieruitvoergeleiders Deze geleiders verhinderen dat het papier uit positie raakt tijdens het uitvoeren. Pas deze aan de papierbreedte aan. Binnenzijde Vergrendelingshendel (rolpapiergeleiders) Trek deze hendel omhoog om de rolpapiergeleiders af te stellen. Duw deze hendel omlaag om de rolpapiergeleiders te vergrendelen.
Bedieningspaneel LCD-scherm Toont berichten en de printerstatus. "De printerstatus controleren" op pagina 68, U "Het LCD-scherm instellen" op pagina Cut-knop (Knippen) Knipt het papier. Dipschakelaars Gebruik deze schakelaars bij het configureren van de volgende instellingen. • Wijzigen van de schermtaal van het LCD-scherm (U "Schermtaal"...
Knoppen voor contrastinstelling van LCD-scherm Gebruik deze knoppen om het contrast van het LCD-scherm in te stellen. • Druk op de linker knop om het contrast te verhogen, en druk op de rechter knop om het contrast te verlagen. De instelling blijft behouden als het apparaat wordt uitgeschakeld. (U "Het contrast instellen"...
Kettingpapiergeleiders Deze geleiders verhinderen dat het papier uit positie raakt tijdens het invoeren in de printer. Pas deze aan de papierbreedte aan. Papierinvoergeleider Plaats deze in de papierrolkap om kettingpapier te gebruiken. Kettingpapierkap Open deze kap om kettingpapier te laden of te vervangen. (U "Kettingpapier laden en vervangen"...
Trekontlasting Voer de USB-kabel door deze trekontlasting om te voorkomen dat de kabel loskomt. Ethernet-aansluiting Sluit een LAN-kabel aan. Koppelings-LED Geeft de netwerkstatus van de printer aan. Uit: Is uitgeschakeld of de netwerkcommunicatie is gestopt Aan: Netwerkcommunicatie is opgebouwd Knippert: Bezig met ontvangen van gegevens Statusbladknop Druk op deze knop om een statusblad af te drukken.
Installatie In dit hoofdstuk wordt de voorbereiding beschreven vanaf de installatie tot het gereed maken van de printer voor afdrukken. De printer kan ook eenvoudig worden ingesteld met behulp van Install Navi. Install Navi kan vanaf de meegeleverde cd worden gestart.
Werkschema voor installatie Het printerstuurprogramma installeren (U pagina De printer installeren (U pagina De voeding aansluiten (U pagina De interfacekabel aansluiten (U pagina Rolpapier laden (U pagina De onderhoudsbox installeren (U pagina De inktpatronen installeren (U pagina De papieruitvoerlade bevestigen (U pagina Het LCD-scherm instellen (U pagina...
URL. Controleer wat voor processor uw systeem heeft en download het aangewezen printerstuurprogramma. Klanten in Noord-Amerika kunnen gebruik maken van de volgende website: <https://www.epson.com/support/> Klanten in andere landen en regio’s kunnen gebruik maken van de volgende website: <https://www.epson-biz.com/?service=colorworks>...
De printer installeren De beschermende tape verwijderen De beschermende tape is aangebracht voor bescherming tegen schokken tijdens vervoer. Verwijder deze tape vóór de installatie. De tape en de verpakkingsdoos blijven nodig voor toekomstig vervoer. BELANGRIJK Bewaar ze op een veilige plek.
Installatie Zorg voor voldoende vrije ruimte op een plek die geschikt is voor de installatie. 10 cm 10 cm Geschikte locatie voor installatie Installeer de printer op een locatie die aan de volgende voorwaarden voldoet. • Een vlak en stabiel oppervlak dat het gewicht van de printer kan dragen (ongeveer 12,0 kg). •...
De voeding aansluiten Volg onderstaande stappen om een voedingsbron aan te sluiten. Lees de voorzorgsmaatregelen op de voedingsbron aandachtig WAARSCHUWING voordat u deze aansluit. (U "Waarschuwingen betreffende de voeding" op pagina Gebruik uitsluitend de gespecificeerde netvoedingsadapter (Netvoedingsadapter K (Model: M248A) of Netvoedingsadapter K1 (Model: M248B)).
De interfacekabel aansluiten Sluit de interfacekabel aan op de aansluiting aan de achterzijde van de printer. (U "Aansluitingen" op pagina Als u een USB-kabel aansluit, voer deze dan door de trekontlasting om incidenteel loskomen te voorkomen. Trekontlasting Het IP-adres instellen Als u een ethernetinterface (verbinding met LAN-kabel) gebruikt, dient u de netwerkinstellingen te configureren.
De onderhoudsbox installeren De onderhoudsbox is een houder voor afvalinkt die vrijkomt tijdens reinigen en afdrukken. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de onderhoudsbox voor het eerst installeert. Voor het vervangen van de onderhoudsbox, zie "De onderhoudsbox vervangen" op pagina 45 en volg daarna de procedure in dit gedeelte.
Pagina 34
Duw de onderhoudsbox in de printer tot hij op zijn plaats vastklikt. Sluit het deksel van de onderhoudsbox. Haak de hoek van de kap in de printer, en sluit de kap.
De inktpatronen installeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de eerste keer de inktpatronen installeert en inkt laadt. Voor het vervangen van een inktpatroon, zie "De inktpatronen vervangen" op pagina 44 en volg daarna de procedure in dit gedeelte. Lees de voorzorgsmaatregelen voor hantering aandachtig voordat u de inktpatronen installeert.
Duw de inktpatronen van alle vier kleuren voorzichtig in de printer tot ze op hun plaats vastklikken. Controleer of de kleur van het label op elke patroon overeenkomt met de kleur op de houder waar u de patroon plaatst. Sluit de inktpatronenkap. Het laden van de inkt start.
De papieruitvoerlade bevestigen Als u de meegeleverde papieruitvoerlade aan de printer bevestigt, kunt u afgedrukte labels tijdelijk opvangen. De papieruitvoerlade is geschikt voor de volgende papiergrootten. Maximale papiergrootte: 105 (B) x 148 (L) mm Minimale papiergrootte: 76 (B) x 54 (L) mm In geval van rolpapier is het papier gerold, waardoor afgedrukte labels en vellen Opmerking bij het uitvoeren uit de papieruitvoerlade kunnen puilen.
Pagina 38
Verleng de papieruitvoerlade tot de aangeduide papierlengte overeenkomt met het gebruikte papier. Duw de hendel rechts onderaan de papieruitvoerlade in om de lade op zijn plaats te vergrendelen.
Het LCD-scherm instellen Configureer de instellingen van het LCD-scherm. Schermtaal Stel de schermtaal van het LCD-scherm in door de onderstaande stappen te volgen. Zet de printer uit voordat u de kap van de dipschakelaars verwijdert. Als u de kap verwijdert terwijl de stroom is ingeschakeld, kan de printer LET OP beschadigd raken door kortsluiting.
Pagina 40
Gebruik een scherp gepunt voorwerp om de dipschakelaars te bedienen. De dipschakelaars zijn vanaf links genummerd. Omhoog is Aan en omlaag is Uit. Hieronder wordt de instelling van de dipschakelaars voor elke taal getoond. Schakelaar nummer Taalinstelling Japans (kana) Engels Frans Italiaans Duits...
Het contrast instellen Stel het contrast van het LCD-scherm in door de onderstaande stappen te volgen. De gewijzigde instelling blijft behouden als het apparaat wordt uitgeschakeld. Zet de printer aan. (U "Inschakelen" op pagina Open de inktpatronenkap. Stel het contrast in door te drukken op de knoppen voor contrastinstelling van het LCD-scherm.
Basisbediening In dit hoofdstuk worden de procedures voor basisbediening van de printer beschreven. In-/uitschakelen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer kunt in- en uitschakelen. Inschakelen Houd de -knop (aan/uit) gedurende ten minste 1 seconde ingedrukt tot de LED (aan/ uit) aangaat.
Uitschakelen Houd de -knop (aan/uit) gedurende ten minste 1 seconde ingedrukt tot de LED (aan/ uit) uitgaat. • De stekker niet uit het stopcontact halen of erin steken wanneer de printer is ingeschakeld. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
De inktpatronen vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de inktpatronen kunt vervangen. De hoeveelheid resterende inkt controleren De LED-lampjes voor de inkt en het LCD-scherm geven Vervang inktpatroon aan wanneer u een inktpatroon moet vervangen. U kunt op het LCD-scherm controleren welke inktpatroon aan vervanging toe is.
De onderhoudsbox vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de onderhoudsbox kunt vervangen. De hoeveelheid lege ruimte in de onderhoudsbox controleren De LED-lampjes voor de inkt en het LCD-scherm geven Onderhdsbox vol aan wanneer de onderhoudsbox moet worden vervangen. (U "Vervanging van verbruiksproducten"...
Rolpapier laden en vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u rolpapier laadt en vervangt. Zoals hieronder wordt aangegeven, verschilt de procedure vóór en na vervanging afhankelijk van de grootte en het formaat (rol- of kettingpapier) van het papier. Als u het papier vervangt door een andere vorm, formaat of type papier, dient u de media-instellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen voordat u het BELANGRIJK papier laadt.
Rolpapier laden en vervangen Zet de printer aan Controleer of de printer is ingeschakeld. (U "Inschakelen" op pagina Start PrinterSetting en stel de mediabron in Start PrinterSetting vanaf de computer en stel de mediabron in op Roll paper (Rolpapier). Klik na het wijzigen van de instelling op Apply Settings (Instellingen toepassen) en start de printer opnieuw.
Open de papierrolkap Trek de ontgrendelingshendel naar u toe om de papierrolkap te openen. Als er nog gebruikt rolpapier of een rolhouder in de printer zit, verwijder die dan. Verwijder de papierinvoergeleider Trek de papierinvoergeleider eruit om hem te verwijderen.
Zet de vergrendeling van de rolpapiergeleiders los Trek de vergrendelingshendel van de rolpapiergeleiders omhoog. Pas de rolpapiergeleiders aan de papierbreedte aan Stel de rolpapiergeleiders met de hand wijder in.
Laad het rolpapier Steek de papierrol tussen de rolpapiergeleiders. Afdrukzijde Vergrendel de rolpapiergeleiders Duw de vergrendelingshendel van de papierrolkap omlaag.
Pas de plaatsluiters aan de papierbreedte aan Open/sluit de sluiters op de plaat overeenkomstig de papierbreedte. (U "De sluiters afstellen" op pagina...
Zet de vergrendeling van de papieruitvoergeleiders los Duw de vergrendelingshendel van de papieruitvoergeleiders omlaag en stel de papieruitvoergeleiders breder in.
Trek de voorrand van het rolpapier naar buiten Trek de voorrand van het rolpapier naar buiten met de afdrukzijde omhoog gericht. Pas de papieruitvoergeleiders aan de papierbreedte aan Beweeg de papieruitvoergeleiders naar binnen en stel ze nauwkeurig af op de breedte van het uitgetrokken papier.
Vergrendel de papieruitvoergeleiders Trek de vergrendelingshendel van de papieruitvoergeleiders omhoog naar u toe tot hij op zijn plaats vastklikt. Sluit de papierrolkap Houd de voorrand van het rolpapier uitgetrokken en sluit de papierrolkap.
Controleer het LCD-scherm Controleer of het LCD-scherm van de printer R aangeeft. Als dat niet wordt aangegeven, laad het papier dan opnieuw of stel de instelling in PrinterSetting opnieuw in. Gereed U hebt nu het rolpapier geladen.
Kettingpapier laden en vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kettingpapier laadt en vervangt. Zoals hieronder wordt aangegeven, verschilt de procedure vóór en na vervanging afhankelijk van de grootte en het formaat (rol- of kettingpapier) van het papier. Als u het papier vervangt door een andere vorm, formaat of type papier, dient u de media-instellingen van het printerstuurprogramma te wijzigen voordat u het BELANGRIJK papier laadt.
Kettingpapier laden en vervangen Zet de printer aan Controleer of de printer is ingeschakeld. (U "Inschakelen" op pagina Start PrinterSetting en stel de mediabron in Start PrinterSetting vanaf de computer en stel de mediabron in op Fanfold paper (Kettingpapier). Klik na het wijzigen van de instelling op Apply Settings (Instellingen toepassen) en start de printer opnieuw.
Open de papierrolkap Trek de ontgrendelingshendel naar u toe om de papierrolkap te openen. Als er nog papier in de printer zit, verwijder dat dan. Het kan een papierstoring veroorzaken. Bevestig de papierinvoergeleider Open de kettingpapierkap en verwijder de papierinvoergeleider. Steek de papierinvoergeleider in de groeven in de papierrolkap.
Pas de plaatsluiters aan de papierbreedte aan Open/sluit de sluiters op de plaat overeenkomstig de papierbreedte. (U "De sluiters afstellen" op pagina Zet de vergrendeling van de papieruitvoergeleiders los Duw de vergrendelingshendel van de papieruitvoergeleiders omlaag en stel de papieruitvoergeleiders breder in.
Pas de papieruitvoergeleiders aan de papierbreedte aan Beweeg de papieruitvoergeleiders naar binnen en stel ze nauwkeurig af op de papierbreedte. Vergrendel de papieruitvoergeleiders Trek de vergrendelingshendel van de papieruitvoergeleiders omhoog naar u toe tot hij op zijn plaats vastklikt.
Zet de vergrendeling van de kettingpapiergeleiders los Trek de vergrendelingshendel van de kettingpapiergeleiders omhoog. Pas de kettingpapiergeleiders aan de papierbreedte aan Beweeg de kettingpapiergeleiders naar binnen en stel ze nauwkeurig af op de papierbreedte.
Vergrendel de kettingpapiergeleiders Duw de vergrendelingshendel van de kettingpapiergeleiders omlaag. Steek de voorrand van het papier naar binnen Steek de voorrand van het papier naar binnen met de afdrukzijde omhoog gericht. Als het papier ongeveer 100 mm naar binnen wordt gestoken, wordt het automatisch in de printer doorgevoerd.
Sluit de kettingpapierkap Sluit de kettingpapierkap. Dit voorkomt dat vloeistof en stof in de printer terechtkomen. Pas de positie van het kettingpapier aan Plaats het kettingpapier op ten minste 40 mm afstand van de achterzijde van de printer. Controleer ook of het papier verticaal onder de invoergleuf geplaatst is. Ten minste 40 mm...
Controleer het LCD-scherm Controleer of het LCD-scherm van de printer F aangeeft. Als dat niet wordt aangegeven, laad het papier dan opnieuw of stel de instelling in PrinterSetting opnieuw in. Gereed U hebt nu het kettingpapier geladen.
De sluiters afstellen De papierrolkap heeft aan de binnenkant sluiters om de papieraanzuiging tijdens het afdrukken af te stellen. De sluiters moeten correct geopend/gesloten zijn overeenkomstig de breedte van het gebruikte papier. Gebruik uw vinger om ze te openen/sluiten. U kunt de papierbreedte voorts controleren op het etiket bovenaan het toestel.
Pagina 67
Papierbreedte / Breedte van ondervel Stand van sluiter 79 mm of meer en minder dan 97 mm Open alleen de twee binnenste sluiterrijen 97 mm of meer en minder dan 112 mm Open alleen de drie binnenste sluiterrijen 112 mm Open alle sluiters...
De printerstatus controleren De printerstatus wordt aangegeven via de combinatie van oplichtende/knipperende LEDs en het LCD- scherm. Met de afdrukzelftest kunt u de printerinstellingen en de conditie van de spuitmondjes controleren. De taal op het LCD-scherm kan met de dipschakelaars ingesteld worden. Opmerking "Schermtaal"...
De inktpatroon is leeg; vervang deze door Vervang inktpatroon een nieuwe inktpatroon. De onderhoudsbox is vol en moet dus vervangen worden. Afdrukken is niet Onderhdsbox vol mogelijk tot een nieuwe onderhoudsbox is geplaatst. Er ontbreekt een inktpatroon. Installeer de Inktpatroon niet geplaatst inktpatroon.
Pagina 70
LCD-scherm Printerstatus Status Aan/Uit Paper Fout bij verwijderen — — Papier verwijderfout van papier — — — Geen papier Er is geen papier Fout door ontbrekend — — Geen papier papier De papierrolkap is — — Papier deksel open open De inktpatronenkap is —...
Pagina 71
LCD-scherm Printerstatus Status Aan/Uit Paper Er moet onderhoud Heeft onderhoud nodig ## worden uitgevoerd Bezig met bijwerken Updating van de firmware Het bijwerken van de Updating firmware is voltooid Het bijwerken van de Updating firmware is mislukt...
Afdrukzelftest Met de zelftestfunctie kunt u de volgende gegevens afdrukken: de firmwareversie, de printerinstellingen zoals de controlestand van het spuitstuk en de mediadetectie-instellingen, en controlepatronen waarmee u de spuitmondjes op verstopping kunt controleren. De printer zal op het geplaatste papier afdrukken ongeacht de media- instellingen van het printerstuurprogramma.
Pagina 73
Houd de Feed-knop ingedrukt, en druk tegelijkertijd op de -knop (aan/ uit) en houd die ingedrukt. Laat de -knop (aan/uit) niet los voordat de (aan/uit) begint te knipperen. Het afdrukzelftest begint. De volgende items worden afgedrukt. Firmwareversie Totaal aantal knipbewerkingen Controlestand voor spuitstuk (U "Automatisch controlesysteem van spuitstuk"...
Als u de instellingen alleen in de gebruikte toepassing wilt toepassen, open dan het printerstuurprogramma vanuit die toepassing. Klik op Afdrukken of Afdrukinstellingen in het menu Bestand van de toepassing. Selecteer bij Printer de optie EPSON TM-C3500. Klik op Eigenschappen of Geavanceerd. Het printerstuurprogramma wordt geopend. Weergeven via het Configuratiescherm Als u de instellingen in alle toepassingen wilt toepassen, open dan het printerstuurprogramma via het Configuratiescherm.
Pagina 75
Klik in het menu Start op Printers en faxapparaten. • Windows XP Home Edition: Klik in het menu Start op Configuratiescherm en vervolgens op Printers en faxapparaten. Klik met de rechter muisknop op EPSON TM-C3500 en vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het printerstuurprogramma wordt geopend.
Configuratie van het printerstuurprogramma Het printerstuurprogramma heeft een Help-functie. Klik met de rechter muisknop op een item en vervolgens op Help om de uitleg bij dat item weer te geven. Deelvenster Current settings (Huidige instellingen) Toont de huidige instellingen van het stuurprogramma. Tabblad General (Algemeen) Basisinstellingen voor afdrukken zoals de grootte en het formaat van media.
Papier registreren (mediadefinitie) U kunt de grootte, het formaat, het type en andere instellingen van veel gebruikt papier als een mediadefinitie in het printerstuurprogramma registreren. Het is handig om mediadefinities op voorhand te registreren omdat u dan bij het afdrukken vanuit een toepassing de media-instellingen van het stuurprogramma niet hoeft in te stellen.
Pagina 78
Klik op de knop New (Nieuw). Het scherm New (Nieuw) wordt geopend. Voer de instellingen in van Media Name (Medianaam) tot Settings For Paper Handling After Print (Instellingen voor papierbehandeling na afdrukken) voor het gebruikte papier.
Pagina 79
Media Name (Medianaam) Voer de naam van de mediadefinitie in. Dit is de naam die wordt getoond wanneer u een papiergrootte selecteert in een toepassing. Media Width (Mediabreedte) Voer de papierbreedte in. • Continu papier: Voer de totale papierbreedte in •...
Pagina 80
Media Length (Medialengte) Voer de papierlengte in. • Continu papier en labels op paginagrootte: Lengte van het afdrukbereik (lengte van één pagina) Continu papier Label op paginagrootte • Gestanst label: Lengte van het papier zonder restruimte rond de labels Media Form (Mediaformaat) Selecteer het papierformaat.
Media Saving (Media besparen) (alleen voor continu papier en labels op paginagrootte) Selecteer de instellingen voor besparing op mediamateriaal. U kunt instellen dat er geen marges worden gemaakt vóór en na de afdrukgegevens voor één pagina. Bovenmarge Invoerrichting van papier Afdrukgegevens Ondermarge •...
Instellingen voor papierbehandeling na het afdrukken Hier kunt u instellen hoe papier wordt geknipt na het afdrukken. • Auto Cut (After Every Page) (Automatisch knippen (na elke pagina)): Automatisch knippen nadat elke pagina is afgedrukt. • Auto Cut (Only After Last Page) (Automatisch knippen (alleen na laatste pagina)): Automatisch knippen alleen nadat de laatste pagina is afgedrukt.
Pagina 83
• No Auto Cut (Feed To Peel Off Position) (Niet automatisch knippen (doorvoeren naar afhaalpositie)): Het papier na het afdrukken doorvoeren naar de positie waar het label kan worden afgehaald. Stoppositie Invoerrichting van papier • No Auto Cut (Feed To Cut Position) (Niet automatisch knippen (doorvoeren naar knippositie)): Het papier na het afdrukken doorvoeren naar de knippositie.
Pagina 84
Advanced (Geavanceerd) Hier kunt u de afdrukkleuren aanpassen en de afdrukrichting en andere instellingen configureren. Klik op OK. Controleer of de geregistreerde medianaam wordt weergegeven in het scherm Media Definition (Mediadefinitie), en klik vervolgens op Close (Sluiten).
Pagina 85
Controleer of u de geregistreerde medianaam kunt selecteren bij Media Name (Medianaam) op het tabblad General (Algemeen). Klik op de knop OK om het stuurprogramma te sluiten. U hebt nu het papier (de mediadefinitie) geregistreerd.
Bewerken en verwijderen Volg onderstaande stappen om geregistreerde mediadefinities te bewerken of te verwijderen. Open het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven" op pagina Klik op de knop Media Definition (Mediadefinitie) op het tabblad General (Algemeen). Het scherm Media Definition (Mediadefinitie) wordt geopend.
Pagina 87
Selecteer de mediadefinitie die u wilt bewerken of verwijderen door erop te klikken.
Pagina 88
Klik op de knop Edit (Bewerken) als u de instellingen van deze definitie wilt wijzigen. Het scherm Edit (Bewerken) wordt geopend en u kunt de definitie wijzigen. Klik op de knop Delete (Verwijderen) als u de definitie wilt verwijderen. Er wordt een nieuw scherm geopend.
Randloos afdrukken In dit gedeelte wordt de functie Borderless Printing (Randloos afdrukken) op het tabblad Options (Opties) van het printerstuurprogramma beschreven. Als het selectievakje Borderless Printing (Randloos afdrukken) is geselecteerd, maakt het stuurprogramma geen marges. Als dit vakje niet is geselecteerd, wordt boven, onder, links en rechts op de afdrukpagina een marge van telkens 1,5 mm gemaakt.
Het printerstuurprogramma verwijderen Volg onderstaande stappen om het printerstuurprogramma van de computer te verwijderen. Zet de printer uit. (U "Uitschakelen" op pagina Sluit alle toepassingen die op de computer worden uitgevoerd. Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen). •...
In dit hoofdstuk wordt de basisprocedure voor afdrukken beschreven. Open het bestand dat u wilt afdrukken in de toepassingssoftware. Selecteer Bestand - Afdrukken en selecteer vervolgens bij Printer de optie EPSON TM-C3500. Klik op Eigenschappen (of Geavanceerd) om het scherm van het printerstuurprogramma te openen.
Labelgegevens maken en afdrukken Hieronder geven we een voorbeeld hoe u labelgegevens maakt en afdrukt in Microsoft® Word 2010. Wanneer u werkelijk afdrukt, moet de procedure worden aangepast aan uw gebruiksomstandigheden. • Papiervorm: Rolpapier • Mediaformaat: Gestanst label (opening) • Mediatype: Mat papier •...
Pagina 93
De volgorde van de bedieningsstappen wordt hieronder getoond. Een mediadefinitie registreren Registreer de instellingen voor het gebruikte papier in het printerstuurprogramma. Microsoft® Word voorbereiden Stel de marges en de papiergrootte van het document in. Het label ontwerpen Ontwerp het gewenste label. Afdrukken Druk het label af op de printer.
Pagina 94
Klik op de knop New (Nieuw). Het scherm New (Nieuw) wordt geopend.
Pagina 95
Voer de instellingen in van Media Name (Medianaam) tot Settings For Paper Handling After Print (Instellingen voor papierbehandeling na afdrukken) voor het gebruikte papier, zoals wordt getoond. (U "Papier registreren (mediadefinitie)" op pagina Media Name (Medianaam): 72 x 51 Die-cut Label (Matte) (72 x 51 Gestanst label (mat)) Media Width (Mediabreedte): 72.0 Media Length (Medialengte): 51.0 Media Form (Mediaformaat): Die-cut Label (Gap) (Gestanst label (opening))
Pagina 96
Klik op OK. Controleer of de geregistreerde medianaam wordt weergegeven in het scherm Mediadefinitie, en klik vervolgens op Close (Sluiten).
Pagina 97
Klik op de knop OK om het stuurprogramma te sluiten. Start Microsoft® Word 2010 en selecteer bij Bestand - Afdrukken - Printer de optie EPSON TM-C3500. Klik in het keuzemenu voor de marges op Aangepaste marges en stel de marge boven, onder, links en rechts in op 1,5 mm.
Gestanste labels randloos afdrukken In dit gedeelte worden de aanbevolen condities beschreven voor het afdrukken van gestanste labels zonder rand (afdrukken zonder marges boven, onder, links en rechts van het label). Afhankelijk van de feitelijke afdrukpositie en de laadpositie van het papier kan bij randloos afdrukken de afdruk doorlopen op het ondervel.
Instellingen voor het printerstuurprogramma • Stel een afdrukgebied in dat boven, onder, links en rechts 1,5 mm groter is dan het papier. • Selecteer voor het mediaformaat Continuous paper (Blackmark) (Continu papier (zwarte markering)). • Selecteer het vakje Borderless Printing (Randloos afdrukken). Instelvoorbeeld In dit gedeelte ziet u een voorbeeld voor de instelling van het stuurprogramma voor randloos afdrukken.
Pagina 100
Afdrukbaar gebied 70,0 mm (breedte van ondervel) 66,0 mm (breedte van label inclusief restruimte) 63,0 mm (breedte van afdrukgebied) 60,0 mm (breedte van label) Invoerrichting van papier 1,5 mm 1,5 mm 1,5 mm 1,5 mm 2,0 mm 2,0 mm Afdrukgebied van Media Definition (Mediadefinitie) die in het printerstuurprogramma moet worden gespecificeerd Gebied voor plaatsing van afdrukgegevens (boven: rechthoek van 63,0 x 38,0 mm/onder: ovaal van 63,0 x 38,0 mm)
Geavanceerd gebruik In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de printer in specifieke toepassingen gebruikt. Functies en bedieningsprocedures van de printer Zoemer In dit gedeelte worden de functies en instellingen van de zoemer beschreven. De zoemer klinkt wanneer afdrukken niet mogelijk is en wanneer het afdrukken voltooid is. Zo kunt u de printerstatus ook controleren wanneer u niet bij de printer aanwezig bent.
Pagina 102
Controleer of de printer is uitgeschakeld. Open de inktpatronenkap en verwijder de kap van de dipschakelaars. Gebruik een scherp gepunt voorwerp om de dipschakelaars te bedienen. De dipschakelaars zijn vanaf links genummerd. Omhoog is Aan en omlaag is Uit. Zet dipschakelaar 8 op Aan om een hoog volume in te stellen, en op Uit om een laag volume in te stellen.
Open het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven" op pagina Selecteer het tabblad Printer Utilities (Hulpprogramma's voor printer) en klik op Printer Setting Utility (Hulpprogramma voor printerinstelling). Het scherm TM-C3500 PrinterSetting wordt geopend. Selecteer Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) - Notification Settings (Instellingen voor meldingen).
Pagina 104
Het scherm Notification Settings (Instellingen voor meldingen) wordt geopend. Selecteer een instelling in het keuzemenu Beep Notification Setting at an Error (Instelling voor geluidsmelding bij fout). Klik op Apply Settings (Instellingen toepassen). Zet de printer aan. Wanner het afdrukken voltooid is Wanneer het afdrukken voltooid is, klinkt de zoemer gedurende 0,3 seconde.
Automatisch controlesysteem van spuitstuk De printer is voorzien van een automatisch controlesysteem van het spuitstuk om een stabiele afdrukkwaliteit te garanderen. Deze functie controleert de printkop met regelmatige intervallen en voert een kopreiniging uit als gedetecteerd wordt dat het spuitstuk verstopt is. U kunt het automatische controlesysteem van het spuitstuk instellen op een van de volgende vier standen.
Open het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven" op pagina Selecteer het tabblad Printer Utilities (Hulpprogramma's voor printer) en klik op Printer Setting Utility (Hulpprogramma voor printerinstelling). Het scherm TM-C3500 PrinterSetting wordt geopend. Selecteer General (Algemeen) - Printer Operation Settings (Instellingen voor printerbediening).
Pagina 107
Het scherm Printer Operation Settings (Instellingen voor printerbediening) wordt geopend. Selecteer een instelling in het keuzemenu Nozzle Check Mode (Controlestand voor spuitstuk). Klik op Apply Settings (Instellingen toepassen). De instelling is nu voltooid.
Netwerkinstellingen In dit gedeelte worden de netwerkinstellingen beschreven. De printer kan de netwerkinstellingen gebruiken die automatisch worden toegewezen door de DHCP- server (Dynamic Host Configuration Protocol) van een breedbandrouter of ander apparaat. U kunt het IP-adres en andere instellingen ook handmatig instellen. Instelmethoden U kunt de netwerkinstellingen op de volgende manieren configureren.
Auto (Automatisch), is afdrukken wellicht onmogelijk. Als u een statisch Opmerking IP-adres instelt, wordt aanbevolen om uw netwerkbeheerder te raadplegen of een van de hulpprogramma's te gebruiken (Install Navi, EpsonNet Config, EPSON Deployment Tool, enz.). (U "Netwerkinstellingen" op pagina 108)
De standaardnetwerkinstellingen herstellen Hieronder wordt beschreven hoe u de standaardnetwerkinstellingen herstelt. Controleer of de printer is uitgeschakeld. Houd de knop voor het statusblad ingedrukt en zet de printer aan; houd vervolgens deze knop nog ten minste 10 seconden ingedrukt. "Aansluitingen" op pagina...
De netwerkinstellingen controleren (statusblad afdrukken) Als u de statusbladknop aan de achterzijde van de printer indrukt, wordt het volgende statusblad afgedrukt. De netwerkinstellingen worden op het statusblad vermeld.
EpsonNet Config (webversie) In dit gedeelte worden de functies en bedieningsprocedures van EpsonNet Config (webversie) beschreven. U kunt er informatie mee verkrijgen en de netwerkinstellingen van de printer configureren via de browser van een computer of tablet in het netwerk. Sluit de computer of tablet aan op hetzelfde netwerk als de printer.
Pagina 113
Als er een wachtwoordlabel op de achterkant van de printer is aangebracht, is de waarde voor „WACHTWOORD” de initiële waarde. Opmerking In het weergegeven voorbeeld, is het eerste wachtwoord 03212791. Als er geen wachtwoordlabel is aangebracht, is het initiële wachtwoord „epson”. Het scherm van het geselecteerde item verschijnt.
Instellingen voor meldingen voor onherstelbare fouten Wanneer een onherstelbare fout optreedt, verschijnt het scherm EPSON Status Monitor 3 (EPSON Statusmonitor 3). De items voor fouten zijn als volgt. • Fout door omgevingstemperatuur: Als de temperatuur in de printer opgelopen is •...
Pagina 115
Hieronder wordt beschreven hoe u de instellingen wijzigt. Open het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven" op pagina Selecteer het tabblad Driver Utilities (Hulpprogramma's voor stuurprogramma) en klik op Notification Settings for Fatal Errors (Instellingen voor meldingen voor onherstelbare fouten). Het scherm Notification Settings for Fatal Errors (Instellingen voor meldingen voor onherstelbare fouten) verschijnt.
Volg onderstaande stappen om PrinterSetting te starten. Zet de printer aan. Open het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven" op pagina Selecteer het tabblad Printer Utilities (Hulpprogramma's voor printer) en klik op Printer Setting Utility (Hulpprogramma voor printerinstelling). Het scherm TM-C3500 PrinterSetting wordt geopend.
Configuratiescherm van PrinterSetting PrinterSetting is voorzien van een Help-functie. Klik op de knop Help om uitleg te tonen bij de instelitems. Menu Een menu van de instelitems. (U "Functies van PrinterSetting" op pagina 118) Model Name (Modelnaam) De naam van de printerwachtrij. Port (Poort) De poort van de computer.
Apply Settings (Instellingen toepassen) Past de instellingen op de printer toe. Help Opent het Help-scherm. Instelvak De items die ingesteld kunnen worden. Functies van PrinterSetting De volgende printerinstellingen kunnen gewijzigd worden in PrinterSetting. Menu Instelitem Beschrijving General Media Media source settings Stel de bron in die overeenkomt met (Algemeen) Settings...
Pagina 119
Menu Instelitem Beschrijving Advanced Notification Beep Notification Setting at Stel in of er wel of geen pieptoon Settings Settings an Error (Instelling voor klinkt wanneer een fout optreedt. (Geavan- (Instellin- geluidsmelding bij fout) ceerde instel- gen voor LED Notification Setting at Stel in of de inkt-LED wel of niet lingen) meldingen)
Pagina 120
Menu Instelitem Beschrijving Printer Paper Feed Cut Position Adjustment Pas de knippositie van de Adjustment Adjustment (Afstelling van knippositie) automatische snijder en de (Printerafstel (Afstelling beginpositie voor afdrukken Print Start Position ling) (verticaal en horizontaal) aan. Adjustment (Vertical papierinvoer) Direction) (Afstelling van afdrukbeginpositie (verticaal)) Print Start Position...
De instellingen van PrinterSetting toepassen Volg de onderstaande stappen om de instellingen op elk scherm op de printer toe te passen. Wijzig de gewenste instellingen van de printer op de instelschermen in PrinterSetting. Klik op Apply Settings (Instellingen toepassen). Er verschijnt een bevestigingsscherm. Klik op Yes (Ja) om de instelling naar de printer te sturen.
Afstelling van de papierinvoer Maak aanpassingen wanneer de automatische knippositie niet overeenkomt met het gebruikte papier of de beginpositie voor afdrukken verschuift. Instelling Beschrijving Cut Position Adjustment Pas de knippositie aan. De instelstap is 1/180 inch. Het instelbereik (Afstelling van knippositie) is van -63 tot 63.
De knippositie aanpassen Pas de knippositie aan het gebruikte mediaformaat aan. Als u media met een perforatielijn gebruikt, stel de knippositie dan zo af dat de perforatielijn niet geknipt wordt. Mediaformaat Beschrijving • Als de aanpaswaarde + is, wordt de knippositie dichter naar de referentiepositie (beginpositie voor afdrukken) toe verplaatst.
Pagina 124
Mediaformaat Beschrijving • Als de aanpaswaarde + is, wordt de knippositie dichter naar de referentiepositie (beginpositie voor afdrukken) toe verplaatst. • Als de aanpaswaarde – is, wordt de knippositie verder van de referentiepositie (beginpositie voor afdrukken) af verplaatst. Ondervel Die-cut label Label Referentiepositie (Blackmark)
Pagina 125
Mediaformaat Beschrijving • Als de aanpaswaarde + is, wordt de knippositie dichter naar de referentiepositie (beginpositie voor afdrukken) toe verplaatst. • Als de aanpaswaarde – is, wordt de knippositie verder van de referentiepositie (beginpositie voor afdrukken) af verplaatst. Ondervel Referentiepositie (beginpositie voor Invoerrichting afdrukken)
De beginpositie voor afdrukken (verticaal) aanpassen Pas de verticale beginpositie voor afdrukken aan het gebruikte mediaformaat aan. Wanneer de beginpositie voor afdrukken wordt aangepast, wordt de knippositie tegelijkertijd aangepast. Mediaformaat Beschrijving • Als de aanpaswaarde + is, worden de beginpositie voor afdrukken en de knippositie verder van de referentiepositie (bovenkant van label) af verplaatst.
Pagina 127
Mediaformaat Beschrijving • Als de aanpaswaarde + is, worden de beginpositie voor afdrukken en de knippositie verder van de referentiepositie (positie van zwarte markering) af verplaatst. • Als de aanpaswaarde – is, worden de beginpositie voor afdrukken en de knippositie dichter naar de referentiepositie (positie van zwarte markering) toe verplaatst.
De beginpositie voor afdrukken (horizontaal) aanpassen Pas de horizontale beginpositie voor afdrukken aan. • Als de aanpaswaarde + is, verschuift de positie naar links gezien vanaf de printer. • Als de aanpaswaarde – is, verschuift de positie naar rechts gezien vanaf de printer. Invoerrichting Afdrukbaar van papier...
Sensorafstelling De drempelwaarde van een sensor kan aangepast worden wanneer de openingen tussen de labels of de zwarte markeringen op het papier niet kunnen worden gedetecteerd. Klik op de knop Start adjustment (Afstelling starten) van de sensor die u wilt afstellen. Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Printkopuitlijning Lijn de printkop uit als witte of zwarte strepen verschijnen op afdrukken, als verticale en horizontale lijnen scheef of verkeerd uitgelijnd zijn, of tekst vervaagd is. Afhankelijk van het probleem met de afdrukkwaliteit is het mogelijk dat printkopuitlijning het probleem minder opvallend maakt maar niet geheel Opmerking kan verhelpen.
Pagina 131
Het scherm Banding Adjustment (Aanpassing voor streepvorming) wordt geopend. Beoordeel het afdrukresultaat en selecteer een instelwaarde. Klik na het selecteren van de instelling op OK. Als er gaten (witte strepen) zijn, pas dan aan in de + richting. Als het afdrukresultaat overlapping (zwarte strepen) vertoont, pas dan aan in de – richting. De afstelstap is 0,1411 mm.
Pagina 132
Een correctieblad afdrukken Laad gestanste labels, continu papier, of labelpapier op paginagrootte met een lengte van 140 mm of meer in de printer. Selecteer Print adjustment sheet (Correctieblad afdrukken) bij Adjustment Method (Afstelmethode) en klik vervolgens op Start adjustment (Afstelling starten). Het scherm voor het afdrukken van een invoercorrectieblad wordt geopend.
Pagina 133
Voorbeeld van correctieblad. (Selecteer in geval van deze patronen nummer "3".) Witte strepen Witte strepen Zwarte strepen Zwarte strepen Er verschijnt een bevestigingsscherm voor het starten van de aanpassing. Klik op Yes (Ja). Wanneer de aanpassing voltooid is, verschijnt een scherm voor voltooiing. Klik op OK.
Afstelling van bidirectioneel afdrukken Wanneer verticale of horizontale lijnen in de afdruk scheef of verkeerd uitgelijnd zijn, of wanneer afgedrukte tekst vervaagd is, dient u de afstelling van bidirectioneel afdrukken aan te passen. Stel in of bidirectioneel afdrukken wel of niet wordt gebruikt in Print Quality (Afdrukkwaliteit) - Advanced (Geavanceerd) - Bidirectional Opmerking Printing (Bidirectioneel afdrukken).
Pagina 135
Het correctieblad wordt afgedrukt en het scherm Banding Adjustment (Aanpassing voor streepvorming) wordt geopend. Beoordeel het blad, en selecteer het nummer van het patroon met de minste openingen of overlappingen. Klik vervolgens op OK. Voorbeeld van correctieblad. (Selecteer in geval van deze patronen nummer "6".) Witte strepen Witte strepen Overlapping...
Pagina 136
Wanneer de aanpassing voltooid is, verschijnt een scherm voor voltooiing. Klik op OK. Het scherm voor het afdrukken van een correctieblad voor bidirectioneel afdrukken (720x360) wordt geopend. Controleer of er papier in de printer geladen is, en klik op OK.
Pagina 137
Het correctieblad wordt afgedrukt en het scherm Banding Adjustment (Aanpassing voor streepvorming) wordt geopend. Beoordeel het blad, en selecteer het nummer van het patroon met de minste openingen of overlappingen. Klik vervolgens op OK. Voorbeeld van correctieblad. (Selecteer in geval van deze patronen nummer "7".) Witte strepen Witte strepen Overlapping...
Onderhoud In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van de printer uitgelegd. De buitenkant reinigen Gebruik geen oplosmiddel op basis van alcohol, benzeen, verdunner, trichloorethyleen of ketonen om de buitenkant van de printer te reinigen. LET OP Daardoor kunnen de plastic en rubber onderdelen vervormd of beschadigd raken.
Pagina 139
Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Trek de ontgrendelingshendel naar u toe om de papierrolkap te openen. Verwijder het rolpapier of kettingpapier. Reinig de plaat met de ongeweven doek voor plaatreiniging.
Pagina 140
Gebruik wattenstaafjes om de openingen en de ruimte eromheen te reinigen. Als de openingen verstopt zijn, maak ze dan vrij door het vuil te verwijderen. Sluit de papierrolkap. De plaat is nu gereinigd.
De automatische snijder reinigen Het vaste blad van de automatische snijder kan wellicht niet meer zuiver knippen als er lijm van labelpapier aan vastkleeft. Volg onderstaande stappen om hem te reinigen. Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Open de papierrolkap.
De printkop reinigen Als de spuitmond verstopt is, vertonen de afdrukken zwakke kleuren, strepen of onbedoelde kleuren. Als u dergelijke problemen in de afdrukkwaliteit vaststelt, druk dan een controlepatroon voor het spuitstuk af en controleer op verstopping ervan. Normaal Verstopt Als het afgedrukte patroon op verstopping wijst, voert dan een kopreiniging uit.
Controlepatronen voor de spuitkop afdrukken U kunt de controlepatronen voor het spuitstuk afdrukken met de functie voor de afdrukzelftest "Afdrukzelftest" op pagina 72) of de functie voor spuitstukcontrole van het printerstuurprogramma. Afdrukken vanaf het printerstuurprogramma Start het printerstuurprogramma. (U "Het printerstuurprogramma weergeven"...
Kopreiniging • Zet het apparaat niet uit en open geen enkele afdekking niet tijdens het uitvoeren van een kopreiniging. Dit kan een afdrukstoring veroorzaken. • Voer een kopreiniging niet vaker uit dan nodig is. Er wordt inkt verbruikt om de kop te reinigen. BELANGRIJK •...
Probleemoplossing In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u problemen oplost. Probleem Verwijzing Berichten op het bedieningspaneel pagina 146 Problemen met de afdrukkwaliteit pagina 149 Papier wordt ingevoerd en uitgeworpen, en er treedt een fout op pagina 157 Papier wordt ingevoerd en uitgeworpen, en per ongeluk afgesneden pagina 160 Het papier is vastgelopen pagina 160...
Berichten op het bedieningspaneel Als een bericht wordt weergegeven op het LCD-scherm van het bedieningspaneel, probeer dan de hieronder vermelde oplossing toe te passen. LCD-scherm Details van fout Oplossing en verwijzing • Gebruik papier dat overeenkomt Het geplaatste papier heeft met de mediadetectie- een ander formaat dan is instellingen.
Pagina 147
LCD-scherm Details van fout Oplossing en verwijzing De inktpatronenkap is Sluit de inktpatronenkap. Inktpatroon deksel open open. Installeer een inktpatroon met Er ontbreekt een voldoende resterende inkt. (U "De Inktpatroon niet geplaatst inktpatroon. inktpatronen installeren" op pagina • Installeer de inktpatroon opnieuw. •...
Pagina 148
LCD-scherm Details van fout Oplossing en verwijzing De interne onderdelen van Vervang de printer of zorg voor een de printer hebben bijna het vervangende printer. Bijna onderhoud nodig ## einde van hun levensduur bereikt. De omgevingstemperatuur Start de printer opnieuw in een Printerfout ## is te laag (7B) of te hoog omgeving met een temperatuur...
Problemen met de afdrukkwaliteit Selecteer in de onderstaande tabel een symptoom dat uw probleem beschrijft, en ga naar de vermelde pagina om de oplossingen te raadplegen. Symptoom Uitleg Afdrukken vertonen witte horizontale Witte strepen (pagina 151) strepen Afdrukken vertonen witte of zwarte strepen bij de randen (pagina 151)
Pagina 150
Symptoom Uitleg Afgedrukte tekst is vaag of lijkt twee keer Vaag afgedrukt te zijn (pagina 154) Dubbele afdruk ABCDEFGABCDEFGABC ABCDEFGABCDEFGABC • De kleuren in de afdruk zijn verkeerd (pagina 154) • De afdrukpositie is verschoven (pagina 154) • Papier is bevlekt of bevuild met inkt (pagina 155) •...
Horizontale witte strepen Oorzaak Oplossing en verwijzing Het spuitstuk is verstopt. Druk een controlepatroon voor het spuitstuk af om op verstopping te controleren. Als het spuitstuk verstopt is, voer dan een kopreiniging uit door de knop Cleaning ten minste 3 seconden ingedrukt te houden. Als Nozzle Check Mode (Controlestand voor spuitstuk) een andere instelling heeft dan Anti-missing dot mode (Controlestand tegen ontbrekende punten), zijn ontbrekende...
Witte of zwarte strepen Als de afdrukken zwak zijn of witte of zwarte strepen vertonen, volg dan de onderstaande procedure om het probleem efficiënt te verhelpen. Streepvorming met een regelmatig interval van 25,4 mm in de papierinvoerrichting kan verminderd maar niet helemaal geëlimineerd worden.
Er worden onbedoelde boven- en ondermarges gemaakt Als het ondervel van een blad gestanste labels zonder restruimte rond de labels te dun is (hoge doorlaatbaarheid), kan de printer de labels wellicht niet detecteren en onbedoeld een boven- en ondermarge maken op elk label. ("boven" en "onder" betekent hier het begin en het einde van de labels in de papierinvoerrichting.) Afhankelijk van de feitelijke afdrukpositie en de laadpositie van het papier kan de afdruk doorlopen op het ondervel.
Afgedrukte tekst is vaag Oorzaak Oplossing en verwijzing Tekst kan vaag worden afgedrukt Stel bidirectioneel afdrukken af. als de printerinstellingen niet Klik in het tabblad Printer Utilities (Hulpprogramma's voor geschikt zijn voor de dikte van het printer) van het printerstuurprogramma op Printer Setting papier.
Papier is bevlekt of bevuild met inkt Oorzaak Oplossing en verwijzing De papierbreedte komt niet Als de papierbreedte en de plaatsluiters niet op elkaar zijn overeen met de sluiters op de afgestemd, kan het papier omhoog komen waardoor het papier plaat.
Labels krijgen marges bij het afdrukken Oorzaak Oplossing en verwijzing Dit is normaal en geen fout van de Als Borderless Printing (Randloos afdrukken) niet is printer. ingeschakeld op het tabblad Options (Opties) van het printerstuurprogramma, is het afdrukbare gebied gelijk aan de labelgrootte minus een marge van 1,5 mm boven, onder, links en rechts.
Papier wordt ingevoerd en uitgeworpen, en er treedt een fout op • In geval van de mediaformaten label op paginagrootte, continu papier, of label op paginagrootte met transparant ondervel Oorzaak Oplossing en verwijzing Het gebruikte papier verschilt Controleer het gebruikte papier en de instelling bij Media van de instelling bij Media detection settings (Mediadetectie-instellingen) van de printer.
Pagina 158
Oorzaak Oplossing en verwijzing De opening op kettingpapier Om papierstoringen te voorkomen, wordt voor kettingpapier kan niet gedetecteerd worden. een dikker ondervel gespecificeerd dan voor rolpapier. Daarom worden zelfs op origineel papier mogelijk geen openingen gedetecteerd. Als de openingen niet gedetecteerd worden, klik dan in het tabblad Printer Utilities (Printerhulpprogramma's) van het printerstuurprogramma op Printer Setting Utility (Hulpprogramma voor printerinstelling) om PrinterSetting te...
Pagina 159
• In geval van de mediaformaten gestanst label (zwarte markeringen) of continu papier (zwarte markeringen) Oorzaak Oplossing en verwijzing Het gebruikte papier verschilt Controleer het gebruikte papier en de instelling bij Media van de instelling bij Media detection settings (Mediadetectie-instellingen) van de printer. detection settings "Functies en bedieningsprocedures van PrinterSetting"...
Papier wordt ingevoerd en uitgeworpen, en per ongeluk afgesneden De papierlaaddetectiefunctie is ingesteld om te werken wanneer de rolpapierkap is gesloten. De papierlaaddetectiefunctie kan worden ingesteld om te werken wanneer de printer wordt ingeschakeld of wanneer de rolpapierkap is gesloten om het papier op de juiste afdrukstartpositie te houden.
Berichten op het computerscherm Als het volgende scherm wordt getoond, volg dan de instructies op het scherm om het probleem te verhelpen. Printerstatus Oplossing...
Afdrukken vanaf een computer is onmogelijk of wordt plotseling onmogelijk Controleren of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd Controleer of de vereiste software en toepassingen op de computer zijn geïnstalleerd. Om met deze printer af te drukken is een printerstuurprogramma vereist. Volg onderstaande stappen om te controleren of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Als de printer meerdere keren is geïnstalleerd, kunnen kopieën van het printerstuurprogramma gemaakt zijn. Als er meer dan één printerpictogram is en u een kopie zoals "TM-C3500 (kopie 1)" aantreft, klik dan met de rechter muisknop op de kopie en verwijder die door te klikken op Apparaat verwijderen.
(exclusief inktpatroon, onderhoudsbox, netvoedingsadapter en rolpapier) Gebruik voor de LAN-kabel een afgeschermde kabel van categorie 5 of LET OP hoger. De afdruksnelheden zijn meetresultaten verkregen onder bedrijfsomstandigheden van Epson. Deze zullen variëren afhankelijk van de Opmerking afdrukgegevens en de omgevingsvoorwaarden.
(Model: M248A), Netvoedingsadapter K1 (Model: M248B)) Nominale spanning 42 V DC Nominale stroomsterkte 0,85 A Vermogensverbruik* Bedrijf Gemiddeld ca. 30 W (50 W tijdens piek) Stand-by Gemiddeld ca. 2,5 W Uitgeschakeld Gemiddeld ca. 0,3 W ∗ : Overeenkomstig de bedieningsvoorwaarden van Epson tijdens bedrijf.
850 tot 1060 hPa (ca. 0 tot 1500 m boven zeeniveau) (hoogte) Niet in bedrijf 850 tot 1060 hPa (ca. 0 tot 1500 m boven zeeniveau) (inclusief tijdens transport) Geluidsniveau Bedrijf Ca. 58 dB (bijstaanderpositie volgens ANSI) (inclusief Op basis van beoordelingsomstandigheden van Epson. automatisch knippen)
Papierspecificaties Voor printerpapier gelden de volgende specificaties. Continu papier Papiertype Gewoon papier / mat papier Formaat Rolpapier Papierbreedte 30 tot 108 mm Papierdikte 0,084 tot 0,124 mm Rolpapierkern Buitendiameter: 44,1 mm of meer Buitendiameter Max. 101,6 mm Wikkelrichting Het afdrukoppervlak moet zich aan de buitenzijde bevinden. Papier met gaten of uitsparingen kan niet gebruikt worden.
Continu papier (met zwarte markeringen) <Rugzijde> <Afdrukzijde> Middenpositie Midden van van markering papierbreedte Midden van papierbreedte Invoerrichting van papier Perforatiepositie 0,5 mm of meer Kettingpapier Papier Breedte van markering Papiertype Gewoon papier / mat papier Formaat Rolpapier Papierbreedte 30 tot 108 mm Breedte van zwarte markering 13 mm of meer Labellengte...
Pagina 171
Papiertype Gewoon papier / mat papier Formaat Kettingpapier Papierbreedte 50 tot 108 mm Breedte van zwarte markering 13 mm of meer Lengte van zwarte markering 4 mm of meer (marge 4 mm of meer) 8,5 ± 1 mm Middenpositie van zwarte markering Interval van zwarte markering 8 tot 304,8 mm...
Label op paginagrootte Breedte van ondervel Ondervel Label Labelbreedte Restruimte Restruimte Papiertype Gewoon papierlabel / mat papierlabel / synthetisch papierlabel / fotopapierlabel Formaat Rolpapier Breedte van ondervel 30 tot 112 mm Labelbreedte 25,4 tot 108 mm 2 ± 0,5 mm Restruimte links en rechts Papierdikte Gewoon papierlabel / mat papierlabel / synthetisch papierlabel:...
Gestanst label (opening) Breedte van ondervel Hoek R Ondervel Label Labelbreedte Restruimte Restruimte Papiertype Gewoon papierlabel / mat papierlabel / synthetisch papierlabel / fotopapierlabel Formaat Rolpapier Breedte van ondervel 30 tot 112 mm Labelbreedte 25,4 tot 108 mm Labellengte 8 tot 1117,6 mm Opening tussen labels 3 tot 6 mm 2 ±...
• Papier met gaten of uitsparingen kan niet gebruikt worden. • Als het ondervel synthetisch papier of film is, zal handmatig knippen moeilijk BELANGRIJK zijn ook als er perforatielijnen zijn; gebruik dus geen perforatielijnen. Afhankelijk van de vorm is het mogelijk dat gestanste labels in de printer loskomen van het ondervel.
Pagina 175
Papiertype Gewoon papierlabel / mat papierlabel / fotopapierlabel: Formaat Rolpapier Breedte van ondervel 30 tot 112 mm Labelbreedte 25,4 tot 108 mm Labellengte 8 tot 1117,6 mm Opening tussen labels 3 tot 6 mm 2 ± 0,5 mm Restruimte links en rechts Breedte restruimte 1,5 mm of meer Labelhoek R...
Pagina 176
Papiertype Gewoon papierlabel / mat papierlabel: Formaat Kettingpapier Breedte van ondervel 50 tot 112 mm Labelbreedte 46 tot 108 mm Labellengte 8 tot 301,8 mm Opening tussen labels 3 tot 6 mm 2 ± 0,5 mm Restruimte links en rechts Breedte restruimte 1,5 mm of meer Labelhoek R...
Pagina 177
• Papier met gaten of uitsparingen kan niet gebruikt worden. • Automatisch knippen op de perforatielijnen veroorzaakt papiersnippers, wat problemen kan veroorzaken. Ook automatisch knippen vóór de perforatielijn kan problemen veroorzaken bij de papierinvoer. Voer automatisch knippen daarom 0,5 tot 1 mm achter de perforatielijn uit. •...
Armband <Rugzijde> <Afdrukzijde> Middenpositie van Midden van papierbreedte markering Midden van papierbreedte Invoerrichting van papier Papier Breedte van markering...
Pagina 179
Papiertype Armband Gespecificeerd speciaal papier WB-S-reeks, WB-M-reeks, WB-L-reeks Formaat Rolpapier Papierbreedte 36 mm Breedte van zwarte markering 13 mm of meer Lengte van zwarte markering 4 mm of meer (marge 4 mm of meer) 8,5 ± 1 mm Middenpositie van zwarte markering Interval van WB-S-reeks 184,1 mm...
Afdrukpositie en knippositie Continu papier en rolpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte Automatische knippositie Automatische knippositie Afdrukgebied Breedte afdrukgebied Papier De breedte van het afdrukgebied is maximaal 104 mm. Opmerking...
Pagina 181
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer Automatische knippositie Breedte afdrukgebied Afdrukgebied...
Continu papier (zwarte markeringen) en rolpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte Automatische knippositie Automatische knippositie Breedte afdrukgebied Afdrukgebied Papier Positie van zwarte markering (rugzijde) De breedte van het afdrukgebied is maximaal 104 mm.
Pagina 183
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte *1: Bij niet-automatisch knippen, Automatische knippositie 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer Automatische knippositie Afdrukgebied 1,5 mm...
Continu papier (zwarte markeringen) en kettingpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte Midden van Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatielijn Automatische knippositie Automatische knippositie Perforatielijn Automatische knippositie Afdrukgebied Breedte afdrukgebied Positie van zwarte markering (rugzijde) Stel het interval van de perforatielijn zo in dat het een geheel aantal keer...
Pagina 185
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Midden van Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatielijn Automatische knippositie Automatische knippositie Perforatielijn Automatische knippositie Afdrukgebied Papier 1,5 mm Breedte afdrukgebied 1,5 mm Positie van zwarte markering (rugzijde) *1: Bij niet-automatisch knippen, 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer...
Label op paginagrootte en rolpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 0 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Midden van papierbreedte Invoerrichting van papier Automatische knippositie Restruimte Restruimte Breedte afdrukgebied Afdrukgebied 2,0 mm 2,0 mm Label Ondervel...
Pagina 187
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 1,5 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte Automatische knippositie Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer Breedte afdrukgebied 1,5 mm...
Gestanst label (openingen) en rolpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 0 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Midden van Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatiepositie Automatische knippositie Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 11,0 mm of meer Breedte afdrukgebied...
Pagina 189
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 1,5 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Midden van Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatiepositie Automatische knippositie Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer *3: Bij niet-automatisch knippen, 11,0 mm of meer...
Gestanste labels (zwarte markering) en rolpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 0 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Midden van papierbreedte Invoerrichting van papier Perforatiepositie Automatische knippositie Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 11,0 mm of meer...
Pagina 191
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 1,5 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Midden van Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatiepositie Automatische knippositie Automatische knippositie *1: Bij niet-automatisch knippen, 5,0 mm of meer *2: Bij niet-automatisch knippen, 8,0 mm of meer *3: Bij niet-automatisch knippen, 11,0 mm of meer...
Gestanste labels (zwarte markering) en kettingpapier Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 0 mm (typische waarde) Breedte van ondervel Invoerrichting Midden van van papier papierbreedte Perforatielijn Automatische knippositie Automatische knippositie Perforatielijn Automatische knippositie Afdrukgebied Label Restruimte 2,0 mm...
Pagina 193
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links (binnenzijde label): 1,5 mm (typische waarde) Midden van Breedte van ondervel Invoerrichting papierbreedte van papier Perforatielijn Automatische knippositie Automatische knippositie Perforatielijn Automatische knippositie Afdrukgebied Label Breedte afdrukgebied Ondervel 1,5 mm 1,5 mm Restruimte 2,0 mm Restruimte 2,0 mm...
Armband en rolpapier (WB-S-reeks) Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting 36 mm van papier Midden van papierbreedte 5,5 mm Automatische knippositie Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 11,0 mm 15,0 mm Automatische knippositie Afdrukbaar gebied...
Pagina 195
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting 36 mm van papier Midden van papierbreedte Positie van zwarte markering (rugzijde) 5,5 mm Automatische knippositie Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 11,0 mm 15,0 mm 1,5 mm 1,5 mm...
Armband en rolpapier (WB-M-reeks) Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte 36 mm Midden van papierbreedte Invoerrichting van papier 5,5 mm Automatische knippositie Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 11,0 mm 15,0 mm Automatische knippositie Afdrukbaar gebied...
Pagina 197
• Druk niet af over inbindopeningen heen en op minder dan 2 mm van de openingen. BELANGRIJK • Bij gebruik van de WB-S/M/L-reeks, gebruik een hulpstuk (OT-WA34).
Pagina 198
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting 36 mm van papier Midden van papierbreedte 5,5 mm Automatische knippositie Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 11,0 mm 15,0 mm 1,5 mm 1,5 mm Automatische knippositie Afdrukbaar gebied...
Armband en rolpapier (WB-L-reeks) Als randloos afdrukken is ingeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 0 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting 36 mm van papier Midden van papierbreedte 5,5 mm Automatische knippositie 15,0 mm Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 28,0 mm 24,0 mm Automatische knippositie...
Pagina 200
• Druk niet af over inbindopeningen heen en op minder dan 2 mm van de openingen. BELANGRIJK • Bij gebruik van de WB-S/M/L-reeks, gebruik een hulpstuk (OT-WA34).
Pagina 201
Als randloos afdrukken is uitgeschakeld Marges boven, onder, rechts en links: 1,5 mm (typische waarde) Papierbreedte Invoerrichting 36 mm van papier Midden van papierbreedte 5,5 mm Automatische knippositie 15,0 mm Aanbevolen afdrukgebied voor tekst of streepjescode 28,0 mm 24,0 mm 1,5 mm 2,0 mm Automatische knippositie...
Pagina 202
• Druk niet af over inbindopeningen heen en op minder dan 2 mm van de openingen. BELANGRIJK • Bij gebruik van de WB-S/M/L-reeks, gebruik een hulpstuk (OT-WA34).
Ondersteunde besturingssystemen De printer kan met de volgende besturingssystemen gebruikt worden. Besturingssysteem Microsoft Windows 11 Microsoft Windows 10 (32 bits/64 bits) Microsoft Windows 8.1 (32 bits/64 bits) Microsoft Windows 8 (32 bits/64 bits) Microsoft Windows 7 SP1 (32 bits/64 bits) Microsoft Windows Vista SP2 (32 bits/64 bits) Microsoft Windows XP SP3 (32 bits) Microsoft Windows XP SP2 (64 bits)
"De inktpatronen vervangen" op pagina Originele inktpatronen worden aangeraden • Voor de beste prestaties van deze printer raden wij aan om originele Epson inktpatronen te gebruiken. Het gebruik van andere inktpatronen dan de originele Epson inktpatronen kan de printer en de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en ervoor zorgen dat de printer niet zijn maximale prestaties levert.
"De onderhoudsbox vervangen" op pagina Originele onderhoudsbox wordt aangeraden Voor de beste prestaties van deze printer raden wij aan om een originele Epson onderhoudsbox te gebruiken. Het gebruik van een andere onderhoudsbox dan de originele Epson onderhoudsbox kan de printer negatief beïnvloeden en ervoor zorgen dat de printer niet zijn maximale prestaties levert.
(behalve in de VS) het niet strikt in acht nemen van de aanwijzingen voor gebruik en onderhoud van Seiko Epson Corporation. (6) Seiko Epson Corporation is niet aansprakelijk voor schade of problemen die voortvloeien uit gebruik van andere optionele producten of verbruiksgoederen dan die welke door Seiko Epson Corporation zijn aangemerkt als "originele Epson-producten"...