Onderhoud en reiniging
6.1.2 Filtermodules reinigen / vervangen
32
Opmerking:
De filtermodules zijn zeer gevoelig.
Reinig de filtermodules zeer voorzichtig met de meegeleverde vochtige
spons.
Demonteer de filtermodule.
•
regelmatig (min. om de 3 maanden) of
•
wanneer de drukwaarden onder 0,45 bar dalen.
GEVAAR
Potentieel gevaar in geval van contact met
chemische/biologische materialen.
Het werken met chemische monsters, standaarden en
reagentia kan gevaarlijk zijn.
Maak uzelf voorafgaand aan het gebruik vertrouwd met de
noodzakelijke veiligheidsprocedures en de juiste werkwijze
voor het werken met chemische stoffen en lees alle relevante
veiligheidsinformatiebladen en volg de daarin beschreven
instructies op.
De normale bediening van dit apparaat omvat mogelijk het
hanteren van gevaarlijke chemicaliën of biologisch schadelijke
monsters.
•
Stel u voorafgaand aan het gebruik van de stoffen op de hoogte
van alle waarschuwingen die op de originele verpakkingen van
de oplossingen en op de veiligheidsinformatiebladen staan.
•
Voer alle gebruikte oplossingen af volgens de lokale en
nationale richtlijnen en wetten.
•
Kies het type beschermende uitrusting dat geschikt is voor de
concentratie en hoeveelheid gevaarlijk materiaal dat wordt
gebruikt.
Gebruik NOOIT chloorloodloog samen met zoutzuur (Gevaar
van chloorgasvorming).
Gebruik voor de reiniging chloorloodloog (5 %–10 %) OF
zoutzuur.
Vermijd contact van de filtermodules met spoelmiddelen en
zeep, omdat deze de filtermodules onbruikbaar kunnen maken.
1. Selecteer in het menu SONDE SETUP het analyseapparaat en
dan de ingave TEST/ONDERHOUD, SERVICE MODUS en
bevestig.
2. Neem de filtersonde sc uit het bekken.
3. Reinig de filtermodules voorzichtig met de vochtige
meegeleverde spons.
4. Hef met een schroevendraaier de filtermodules voorzichtig uit
de houders.
5. Reinig of vervang de filtermodules.