4 Telefoonge-
sprekken voeren
Opmerking
•
Tijdens een stroomstoring kunt u met de telefoon geen
alarmnummers bellen.
Tip
•
Controleer de signaalsterkte voordat u gaat bellen
of terwijl u een telefoongesprek voert. (zie 'De
signaalsterkte controleren' op pagina 11)
Bellen
U kunt op de volgende manieren bellen:
•
Normale oproep
•
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
•
Bellen via de snelkeuzetoets
U kunt ook bellen via de herhaallijst (zie
'Een nummer herhalen' op pagina 22),
het telefoonboek (zie 'Kiezen vanuit het
telefoonboek' op pagina 18) en de bellijst (zie
'Terugbellen' op pagina 21).
Normale oproep
1
Druk op
of
2
Kies het telefoonnummer.
» Het nummer wordt gebeld.
» De duur van het huidige gesprek
wordt weergegeven.
12
NL
.
Bellen naar een vooraf gekozen
nummer
1
Kies het telefoonnummer.
•
Als u een cijfer wilt wissen, drukt u op
REDIAL/C.
•
Als u een pauze wilt inlassen, houdt u
ingedrukt.
2
Druk op
of
bellen.
Opmerking
•
De gesprekstijd van uw huidige oproep wordt getoond
in de oproeptimer.
•
Als u waarschuwingstonen hoort, is de batterij van de
telefoon bijna leeg of is de telefoon buiten bereik. Laad
de batterij op of beweeg de telefoon in de richting van
het basisstation.
Een gesprek aannemen
Wanneer er een oproep binnenkomt, gaat
de telefoon over. Druk op
gesprek aan te nemen.
Waarschuwing
•
Houd om gehoorschade te voorkomen de handset
op voldoende afstand van uw oor wanneer de
handset overgaat of wanneer de handsfree-modus is
ingeschakeld.
Opmerking
•
De service nummerherkenning is beschikbaar als u de
service nummerherkenning hebt geactiveerd bij uw
serviceprovider.
Tip
•
Wanneer u een oproep hebt gemist, ziet u een bericht.
om het nummer te
of
om het