6.2.2 Monteren van het elektrische roerapparaat
1. Gebruik een cilindrische doseertank van Grundfos
die voorbereid is voor montage van een elektrisch
roerapparaat.
•
Als u een standaard cilindrische tank gebruikt,
maak dan een geschikt gat voor de motorflens.
1000-liter tanks moeten een versterkte balk
hebben die is voorbereid voor installatie van een
roerapparaat.
2. Installeer het elektrische roerapparaat verticaal op
een geschikte cilindrische doseertank van
Grundfos met de meegeleverde montageset. Zie
paragraaf Montageset (schroeven en sluitringen).
Tordeer de as niet en belast de as niet met het
gewicht van de motor.
Draai de bouten aan met 6 Nm (+0 / -1 Nm).
3. Zorg dat de as en de propeller geen contact
maken met de tank.
4. Voorafgaand aan de inbedrijfstelling: zorg dat het
vulniveau van de tank met een niveauschakelaar
wordt bewaakt.
Zie paragraaf Installatieafmetingen voor de
minimale afstand tussen niveauschakelaar en
propeller.
Gerelateerde informatie
6.2 Afmetingen van de opstelling
10.5 Montagesets (schroeven en sluitringen)
7. Elektrische aansluiting
Voer de elektrische aansluiting uit in
overeenstemming met de lokale voorschriften.
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie
overeenkomen met de waarden die op het typeplaatje
vermeld staan.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
U dient er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
7.1 Aansluiten van het elektrische
roerapparaat op de voeding
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning uit
voordat u aansluitingen maakt.
128
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
De elektrische installatie dient door
een erkend installateur te worden
uitgevoerd in overeenstemming met de
lokale regelgeving en het bijbehorende
bedradingsschema. Volg de installatie-
en bedieningsinstructies voor de
gebruikte motor op.
VOORZICHTIG
Draaiende onderdelen
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Let op de draairichting van de motor.
Bij een verkeerde draairichting kan de
propeller tijdens bedrijf van de as
vallen.
1. Sluit de motor aan op de voeding overeenkomstig
het aansluitschema in het deksel van de
klemmenkast.
2. Bescherm de kabelaansluitingen tegen corrosie
en vochtigheid.
3. Zeker de motor met een overbelastingschakelaar
van de juiste grootte.
4. Controleer de draairichting (zie de pijl op het
motorhuis).
8. Start en werking
WAARSCHUWING
Heet oppervlak
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Het oppervlak van de motor kan heet
zijn. Draag zo nodig beschermende
kleding.
‐
Zorg voor bescherming tegen
onbedoeld contact met hete
oppervlakken.
GEVAAR
Draaiende onderdelen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel het elektrische roerapparaat
alleen in wanneer het in een geschikte
tank is gemonteerd.
Het opstarten moet worden uitgevoerd
door geautoriseerde en gekwalificeerde
personen.
Voor het opstarten moeten alle onderdelen
van het systeem bedrijfsklaar zijn.