Het programmeren van aanvullende functies
Het oproepen, activeren en op-
slaan
De aanvullende functies worden ge-
programmeerd met behulp van de
toetsen voor de programmakeuze en
de toetsen voor de extra functies.
Deze toetsen hebben dus een twee-
de functie die niet op het paneel te
zien is.
1
Het apparaat moet uitgeschakeld en
de deur moet gesloten zijn.
2
Druk de toetsen "WITTE / BONTE
WAS Extra droog" en "KREUKHER-
STELLEND Kastdroog +" tegelijk in
en houd ze ingedrukt.
3
Schakel het apparaat in door op de
j k
- toets te drukken.
4
Laat alle toetsen los.
– In het display verschijnt "P".
– De controlelampjes "Drogen" en
"Koude lucht" zijn nu aan het knippe-
ren.
5
Door op de ">" te drukken kunt u ie-
dere aanvullende functie kiezen:
Druk 1 x op de toets ">" = 0I
(Correctie van de droogtegraad)
of
druk 2 x op de toets ">" = 03
(Memory-functie).
Met de toets "$" kunt u stap voor
stap teruggaan.
24
6
In het display knipperen afwisselend
"P" en het nummer van de gekozen
aanvullende functie.
Voorbeeld:
010.... P 0... 010... P 0... .
Het rechter cijfer brandt permanent.
Er staat een:
0 wanneer de aanvullende functie
niet is ingeschakeld;
1 wanneer de aanvullende functie
wel is ingeschakeld.
7
Door op de START - toets te drukken
kunt u het rechter cijfer veranderen
van
– 0 in 1: de aanvullende functie is dan
wel ingeschakeld
– 1 in 0: de aanvullende functie is dan
niet ingeschakeld
8
Wanneer u nog meer aanvullende
functies wilt inschakelen, herhaal
dan de stappen vanaf punt
Wanneer dat niet het geval is:
9
Sla dan op door op de toets "Zoe-
mer" te drukken en het apparaat met
j k
de
- toets uit te schakelen.
Het deprogrammeren van een aanvul-
lende functie
Neem de stappen
Controleren of een aanvullende func-
tie is ingeschakeld
Neem de stappen
Schakel het apparaat uit.
De controle is voltooid.
5
.
1
9
tot en met
.
1
6
tot en met
.