Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 2-7
Speciale toetsen en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel
(6)
(7)

Actietoetsen

In deze sectie worden de actietoetsen beschreven.
Met de actietoetsen voert u veelgebruikte systeemfuncties uit zoals gedefinieerd door de pictogramsymbolen
op de functietoetsen
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
OPMERKING:
actietoets.
Tabel 2-8
Actietoetsen en de bijbehorende beschrijvingen
Pictogram
12
Hoofdstuk 2  Vertrouwd raken met de computer
num
lock-toets
Geïntegreerd numeriek toetsenblok
f1
tot en met f12. De actietoetsen verschillen per computer.
Op sommige producten moet u de fn-toets indrukken in combinatie met de gewenste
Beschrijving
Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de
helderheid in een goed verlichte of donkere omgeving. Druk opnieuw op de toets om het privacyscherm uit te
schakelen.
Hiermee start u het emoji-toetsenbord.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke
functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.
Wanneer u op
num lock
hebt gedrukt, kan het toetsenblok
worden gebruikt als extern numeriek toetsenblok.
OPMERKING:
Als de toetsenblokfunctie actief is op het moment
dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt deze functie
opnieuw actief wanneer de computer opnieuw wordt
ingeschakeld.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave