Programmeerfuncties
Geleidingswaarde
Water heeft een bepaalde gelei‐
dingswaarde. Is het water extreem
zacht, dan heeft het een lage gelei‐
dingswaarde, kan het restvocht niet
goed worden berekend en wordt het
wasgoed niet goed droog. Daarom
kunt u de geleidingswaarde zelf wij‐
zigen.
Voorwaarde:
Het water waarin het wasgoed is ge‐
wassen is extreem zacht en de gelei‐
dingswaarde (elektrische geleidbaar‐
heid) minder dan 150 μS/cm. De gelei‐
dingswaarde van het drinkwater kan bij
het waterleidingbedrijf worden nage‐
vraagd.
Wijzigt u de geleidingswaarde,
terwijl er geen sprake is van boven‐
staande situatie, zijn de droogresul‐
taten onvoldoende.
Neem daarvoor de stappen
(,,...) en wel met de Start - toets
en de programmakeuzeschakelaar.
Eerst moet aan de volgende voor‐
waarden zijn voldaan:
– De droogautomaat moet uitgescha‐
keld zijn.
– De deur moet gesloten zijn.
– De programmakeuzeschakelaar moet
op stand Einde staan.
Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen - op
drukken.
Schakel de automaat in.
52
Wacht totdat het controlelampje
Start blijft branden . . .
. . . en laat de Start - toets daarna
los.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Gladstrijken.
Het controlelampje Reservoir legen
knippert 1x lang en 2x kort.
Welke variant is ingesteld, wordt in het
display door een getal aangegeven,
dat afwisselend met verschijnt.
Fabrieksinstelling
Geleidingswaarde lager
(Daarbij knippert het controlelampje
Pluizen verwijderen 1x).
Door op de Start - toets te drukken,
kunt u tussen de getallen wisselen.
Schakel de droger uit.
De gekozen variant is nu ingesteld en
blijft dat totdat een andere variant
wordt gekozen en ingesteld.
Controle
Voer de stappen tot en met uit.
Controleer welke variant is ingesteld
en schakel de droger uit.