Linkerkant
1. Voedingsaansluiting
2. Oplaadlampje
3. Ethernetconnector
TM
4. HDMI
-aansluiting
5. USB (3.2 Gen 1) Type-A-aansluiting
TM
6. USB-C
-aansluiting
7. Gecombineerde audio-aansluiting
Sluit de computer aan op de netvoeding met de meegeleverde
netvoedingsadapter en het meegeleverde netsnoer.
Dit lampje geeft aan of de computer is aangesloten op de netvoeding.
• Continu wit: Aangesloten op de netvoeding; batterijcapaciteit 91%
tot 100%
• Continu oranje: Aangesloten op de netvoeding; batterijcapaciteit
1% tot 90%
• Uit: Niet aangesloten op de netvoeding
Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN).
Opmerking: Als het groene lampje brandt, is de computer
aangesloten op een LAN. Wanneer het gele lampje knippert, worden
gegevens overgedragen.
Sluit een compatibel digitaal audioapparaat of digitale videomonitor
aan, bijvoorbeeld een HDTV.
Sluit aan op een USB-compatibel apparaat aan, zoals een USB-
toetsenbord, USB-muis, USB-opslagapparaat of USB-printer.
Verbind met een extern opslag- of data-apparaat.
Opmerking: Mogelijk hebt u een passende adapter nodig om
externe apparatuur aan te sluiten. Deze aansluiting kan niet worden
gebruikt om externe beeldscherm apparaten aan te sluiten.
Sluit hoofdtelefoons of headsets aan met een 3,5 mm 4-polige
stekker.
Opmerking: Deze aansluiting biedt geen ondersteuning voor
zelfstandige externe microfoons. Als u een headset gebruikt, kiest u
een headset met een enkele stekker.
.
Hoofdstuk 1
Leer uw computer kennen
3