Optie
SSL/TLS
Directory opslaan
Passieve modus
Netwerk
Optie
Profielnaam
Netwerkmapnaam
Verificatiemethode
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Kerberos-serveradres
U moet de SNTP (netwerktijdserver) configureren of u moet zelf de datum, tijd en tijdzone goed instellen op
het bedieningspaneel. De tijd moet overeenstemmen met de tijd die door de Kerberos-server en CIFS-
server wordt gebruikt.
8. Klik op Indienen.
9. Om de functie Fax doorsturen in te stellen, klikt u in de linkernavigatiebalk op Fax > Opties Remote Fax.
10. Selecteer Doorzenden naar netwerk in de vervolgkeuzelijst Doorzenden/Opslaan/Cloud/Netwerk.
11. Selecteer het bestandstype dat u wilt gebruiken.
12. Als u een reservekopie van inkomende faxen wilt afdrukken, selecteert u Aan bij Reserveafdruk.
13. Selecteer het profiel dat u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Netwerkprofiel.
14. Typ zo nodig een toegangscode van drie cijfers in het veld Code voor toegang op afstand.
•
U kunt voor toegang op afstand de cijfers 0 t/m 9, * en # gebruiken.
•
Deze code voor toegang op afstand moet anders zijn dan de externe codes voor de faxfuncties.
15. Klik op Indienen.
Verwante informatie
•
Opties voor geheugenontvangst
Beschrijving
Stel de optie SSL/TLS in om inkomende faxen veilig door te sturen met
SSL/TLS-communicatie. Wijzig indien nodig de instelling CA-certificaat.
Voer het pad in (max. 255 tekens) naar de map op de FTP-server waar
u de inkomende faxen naartoe wilt sturen. Voer geen backslash in het
begin van het pad in (correct voorbeeld: brother/abc).
Zet de optie Passieve modus aan of uit, afhankelijk van de configuratie
van de FTP-server en de firewall van het netwerk. De
standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen hoeft deze instelling
niet te worden aangepast.
Beschrijving
Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke
tekens). De LCD van het apparaat geeft deze naam weer.
Voer het pad in naar de map op de CIFS-server waar u de
inkomende faxen naartoe wilt sturen.
Om de verificatiemethode in te stellen selecteert u Automatisch,
Kerberos of NTLMv2.
Voer de gebruikersnaam (maximaal 96 tekens) in van degene die
toestemming heeft om gegevens te schrijven naar de map die in het
veld Netwerkmapnaam is opgegeven. Als de gebruikersnaam deel
uitmaakt van een domein, voert u de gebruikersnaam in een van de
volgende vormen in:
user@domain
domain\user
Voer het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de
gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd.
Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw
invoeren in.
Wanneer u Kerberos selecteert bij de optie Verificatiemethode,
moet u het Kerberos-serveradres invoeren (bijvoorbeeld
kerberos.voorbeeld.com; maximaal 64 tekens).
203