Afstandsbediening
De afstandsbediening gebruiken
3
1
2
A
Open het klepje van het batterijvak.
B
Plaats twee batterijen van het type R06 of AA
volgens de aanwijzingen (+-) in het vak.
C
Sluit het klepje.
D
Richt de afstandsbediening direct op de
infraroodsensor (iR) aan de voorzijde.
E
Druk op de knop REC SOURCE op de
afstandsbediening om de gewenste bron te
selecteren.
F
Selecteer vervolgens de gewenste functie
(bijvoorbeeld ., >).
128
(vervolg)
LET OP!
– Verwijder de batterijen als ze leeg zijn
of als de afstandsbediening lange tijd niet
wordt gebruikt.
– Plaats geen oude en nieuwe of
verschillende typen batterijen in het
apparaat.
– Batterijen bevatten chemische stoffen
en mogen niet bij het gewone huisvuil
worden gedaan.