5
|
Bediening
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
28
U kunt het instelpunt-scherm van de aanvoerwatertemperatuur gebruiken om de
gewenste aanvoerwatertemperatuur af te lezen en aan te passen.
1 Ga naar [2]: Hoofdzone of [3]: Secundaire zone.
2
Hoofdzone
3
Secundaire zone
2 Pas de gewenste aanvoerwatertemperatuur aan.
b
a
2
20
°C
Hoofdzone
b
a
3
12
°C
Secundaire zone
a Werkelijke aanvoerwatertemperatuur
b Gewenste aanvoerwatertemperatuur
Als de programmawerking geactiveerd is nadat de gewenste
aanvoerwatertemperatuur werd gewijzigd
▪
De temperatuur blijft hetzelfde zolang er geen geplande actie is.
▪
De gewenste aanvoerwatertemperatuur keert terug naar de geprogrammeerde
waarde wanneer een geprogrammeerde actie plaatsvindt.
U kunt geprogrammeerde acties vermijden door de programmawerking (tijdelijk)
uit te schakelen.
De programmawerking voor de aanvoerwatertemperatuur uit zetten
1 Ga naar een van de volgende:
▪
[2.1]: Hoofdzone > Tijdschema
▪
[3.1]: Secundaire zone > Tijdschema
2 Selecteer Nee.
De weersafhankelijke werking voor de aanvoerwatertemperatuur activeren
Zie
"5.8.4 Weersafhankelijke curves
+
–
+
–
4
gebruiken" [
41].
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620246-1A – 2021.02